Ik ben Jean Freddy.
Ik ben 14 jaar en ik zit op de middelbare school.
Ik werk elke zaterdag en in de vakanties.
Als Jean niet naar school hoeft, moet hij zijn ouders helpen op de vanilleplantage.
Om van hun huis bij de vanilleplantages te komen, moeten de kinderen een uur lopen.
Daar werken ze hard, want alles gaat met de hand.
Ik help de bloemen zodat er vanillebonen kunnen groeien.
Bloem voor bloem gaat Jean af, om ze te bevruchten met stuifmeel.
Over 8 maanden hangen er lange bonen aan de planten.
Die worden gedroogd en zien er dan zo uit.
Klaar om bijvoorbeeld te gebruiken bij het maken van koekjes.
Ik vind vanillekoekjes heel lekker en zoet.
Toch eet Jean er bijna nooit een.
Hij kan ze niet kopen, want hij krijgt geen geld voor zijn werk.
Zijn ouders zijn arm.
Zij krijgen net als de andere vanilleboeren op Madagaskar slecht betaald.
En dat terwijl vanille een heel duur kruid is.
Zelf wil Jean daarom geen vanilleboer worden.
Hij wil studeren.
Ik wil dokter worden.
Dokters verdienen meer geld dan boeren.