En is er dan leven op de manen van Jupiter? Dat bespreek ik met Bert Vermeersen. Sterren hebben altijd een enorme aantrekkingskracht gehad op Bert. Na zijn studie sterrenkunde promoveerde hij in de aardwetenschappen. Hij werkte mee aan deze zwaartekrachtsatelliet in Delft waar hij tegenwoordig hoogleraar planetaire exploratie is. Soms verruilt hij de lucht voor de zee. Bijvoorbeeld toen hij de beroemde vaarroute van Darwin aflegde en liet zien dat de Indische Oceaan bergen en dalen heeft van wel 100 meter. Maar vandaag richt hij zijn blik toch weer omhoog. Welkom, Bert. En als je dan omhoog kijkt, denk je dan ook vaak: Daar moet leven zijn? Uiteraard! Nou, de vraag is natuurlijk interessant: Is er leven buiten de aarde? En wat nog interessanter is: Is er buitenaards leven in ons eigen zonnestelsel? En daar kan deze missie wellicht een bijdrage aan leveren. En waarom is het dan juist interessant om naar die manen van Jupiter te kijken? Waarom denken jullie dat het daar mogelijk zou kunnen zijn? Nou, het antwoord ligt verscholen in de waterlagen. Als we naar een plaatje kijken van de maan Europa, dan zie je dat onze beste modellen tot nu toe laten zien dat is in blauw weergegeven, dat er een vrij dikke oceaanlaag onder het ijs, dat in wit is aangegeven, zou moeten zijn. En water is een heel belangrijke voorwaarde voor leven. Maar Jupiter is wel heel ver weg. 700 miljoen kilometer hier vandaan. Hoe krijg je zo'n satelliet die dat moet gaan ontdekken helemaal daar? Nou ja, je moet een bus lanceren van meer dan 6000 kilogram. En die moet je een bepaalde beginsnelheid geven. En dat kan niet in EEN keer. Dus wat men doet is dan men de bus, de satelliet, eerst richting Venus stuurt en een paar maal lang de aarde. Dat zien we hier. Dat zie je prachtig in deze animatie, ja. Zodat hij bij elke passage van Venus of de aarde een zwieper krijgt, zodat hij een hogere snelheid krijgt. En op een gegeven moment heeft hij zo'n hoge snelheid dat hij binnen een paar jaar Jupiter kan bereiken. Die satelliet moet natuurlijk wel geprepareerd worden. En dat gebeurt nu in Noordwijk. Daar is JUICE aangekomen, zoals de satelliet heet, voor een serie testen. En Sosha ging kijken hoe dat gaat. Ja, dit is hem dan. Ja. Wow. Hoe bijzonder is het nou dat Nederland mee mag werken aan zo'n operatie, noem ik het maar even? Het is heel bijzonder. Toen hij afgelopen week in de nacht aankwam was het de eerste keer dat ik hem zag. En dat is wel heel apart als je sinds 2014 aan een project werkt, en allemaal onderdeeltjes, en dan opeens loop je binnen en daar staat hij voor het eerst. Dat is wel een heel speciaal gevoel. Bijna een emotioneel moment. Ja, je krijgt er wel wat kippenvel van. En wat zijn nou de grootste uitdagingen met JUICE? We moeten ervoor zorgen dat hij het overleeft als hij langs Venus gaat. Waar je temperaturen tot wel 200 graden kunt halen maar ook dat je, als we eenmaal bij Jupiter aankomen, waar het juist heel koud is, ook het tegenovergestelde, bijna min 180 enzovoorts kan halen. Wow. Waar zit ik naar te kijken? Wat is dit? Dit is de fameuze Large Space Simulator. Het is een van de grootste faciliteiten in Europa waar we de ruimte kunnen nabootsen. We gaan dicht bij Venus, dan wordt het heel warm. En dat kunnen we simuleren. Hieronder zit een hele sterke schijnwerper met enorm warme lampen. En die wordt op de spiegel die je hier net aan kunt zien, geprojecteerd. En die weerkaatst dan die bundel alsof het de zon is. Dus je simuleert het zonlicht. En dan gaan we kijken: Hoe gedraagt de satelliet zich als hij heel warm wordt? Oke. Daarna kun je hem uitdoen en dan gaan we het juist heel koud maken. In deze zwarte wanden zitten allemaal hele kleine buizen waar vloeibaar stikstof doorheen gaan. Dan kan je het juist enorm koud maken. En als alles werkt zoals het moet...Dan kunnen we spreken van een topsatelliet. Dat is hij al natuurlijk. Hahaha. Nee, maar klopt, dan weet je dat alles werkt zoals verwacht. Gaaf. En dan is hij dus klaar voor vertrek. Dan kan hij gaan. Maar wat is dan het spannendste billenknijpmoment van zo'n missie? Dat is natuurlijk de lancering. Daar kan het misgaan. Hopelijk niet natuurlijk. Maar het andere spannende moment is de aankomst bij Jupiter omdat de missie dan een hele hoge snelheid heeft. Dan moet hij ingevangen worden door Jupiter. Dus dan moeten de vier motoren aan boord hun werk doen. Gedurende EEN uur moet hij zodanig afgeremd worden dat hij in het Jupitersysteem belandt. Gebeurt dat niet, dan is de missie verloren. Jij doet met jouw groep ook mee aan een van de onderzoeken die meegaan met JUICE, om het even zo te zeggen. Daarbij is het fenomeen dopplereffect heel belangrijk. Het is belangrijk voor de uitleg om te kijken wat dat ook alweer is. Dat was hem. Ja, dat is een hele simpele uitleg in 5 seconden. Wat je hier hoort is dat een auto aan komt rijden en als je dat nou niet zou zien en je zou de vraag krijgen: Kwam de auto aanrijden of reed hij van je weg dan kan je eigenlijk het antwoord meteen geven. Want je hoort en hogere toon als de auto naar je toe komt omdat de snelheid naar je toe komt. En als de auto van je afgaat hoor je een lagere toon. Dat is het dopplereffect. En dat leidt meteen tot de vraag: Hoe kun je een positie bepalen heel diep in de ruimte van een ruimteschip? Dat kan je eigenlijk maar op EEN manier doen, traditioneel. En dat is met dat dopplereffect. De satelliet straalt radiostraling uit naar de aarde. Dat kan ik wel even tekenen. Als bijvoorbeeld hier de satelliet is, dan straalt hij radiostraling uit die opgevangen wordt door een radiotelescoop op aarde. En de enige manier om de positie van die satelliet te bepalen als hij rondvliegt in het Jupitersysteem is om die baan te reconstrueren uit het dopplersignaal. Dat werkt heel goed natuurlijk als de snelheid van de satelliet een component heeft naar jou toe of van jou af. Maar dat werkt niet als die satelliet in een cirkel om je heen beweegt. Stel je maar voor dat een auto om jou heen draait, dan hoor je geen frequentieverandering. Wat wij nu doen met de PRIDE-techniek, en dat is het elfde experiment voor de JUICE-missie, is dat we niet gebruikmaken van maar EEN telescoop maar dat we van een heleboel radiotelescopen op aarde gebruikmaken. Dus u maakt gebruik van heel veel ogen en oren. Inderdaad, ja. Dat heet interferometrie. Zo werken ook onze ogen. Mijn ogen staan misschien 5 tot 6 cm uit elkaar. Dan kan ik mooi zien dat jij netjes op 1,5 m afstand zit. Gelukkig. Stel voor dat mijn ene oog aan de ene kant van de aarde zou zijn...en mijn andere oog aan de andere kant van de aarde, dan kun je met die twee waarnemingen diepte gaan zien. Daar kun je ook de extra componenten aan toevoegen, dan krijg je driedimensionaal inzicht. Allemaal om goed te kunnen bepalen waar iets zich bevindt in de ruimte. Dat is wat jullie gaan onderzoeken hoe je dat nog beter kunnen doen. Wat ook belangrijk is bij deze missie, zijn de zonnepanelen. Want omdat JUICE zo ver van de zon reist krijgt ze grootste zonnepanelen ooit gemaakt voor een ruimtevaartuig. En die worden gemaakt bij Airbus in Leiden. Het is alsof ik in een sciencefictionfilm zit. Wat een gevaarte. Waarom is hij zo groot? Als we bij Jupiter zijn, hebben we nog maar heel weinig licht over. Jupiter is veel verder van de aarde. Dat betekent dat er ongeveer 25 keer minder licht is dan op aarde. Alle instrumenten, ook de communicatie naar de aarde, moet wel van stroom worden voorzien. Daarom hebben we heel veel zonnecellen nodig. Heel veel oppervlak. Je kunt zien aan de bedrading die hier zit, die de panelen met elkaar verbindt, die draadjes zijn maar heel dun. Als je dit zonnepanelen op aarde vol in de zon zou zetten zouden die draadjes door smelten. Echt? Omdat ze dat vermogen niet aankunnen. Wat geinig. Dus dit is puur voor de ruimtevaart. Jazeker. Ik kan me voorstellen dat dat ook nog een spannend moment is: Als alles maar goed openklapt et cetera. En dat al die kleine draadjes het overleven. Bert, even terug naar 50 jaar geleden. Toen is er ook een missie naar Jupiter gegaan. En toen ging dit mee. Dit is een plaquette. Ik vraag me af: Als het intelligente leven aan de andere kant van het heelal dit zou zien, zouden ze dit snappen? Maar gaat er nu ook weer zoiets mee? Je weet nooit wie je tegenkomt. Nee, we verwachten niet dat er intelligent leven is. Maar deze missie gaat wel de habitat wat beter karakteriseren. Dus hoe diep is de waterlaag? Hoe diep is de ijslaag? En dat helpt bij de volgende stap, dat is voor een toekomstige missie die daar ook gaat landen. En misschien wel door het ijs gaat boren. Wat we dan gaan vinden in dat water, dat weet niemand. Eerst maar eens deze missie. Ja .Dank je wel, Bert Vermeersen. Graag gedaan.