We gaan schroeven!
Daarvoor heb je nodig: hout, schroevendraaiers, schroeven en een handboortje.
Als je iets aan elkaar vast wil maken, dan gaat dat het beste met een schroef. Dan zit het lekker stevig vast.
Het kan natuurlijk ook met een spijker, maar dan komt het toch nog makkelijk los.
Een schroef is zo stevig omdat-ie zich in het hout graaft, kijk maar.
Er zijn verschillende soorten schroeven: met sleuven of met een kruisje, dun, dik, kort of lang.
Kies een schroevendraaier die bij de schroef past: sleuf bij sleuf, kruis bij kruiskop.
Schroeven maar! Zet je palm op de kop van de schroevendraaier, beetje drukken en draaien maar.
Schroef door tot de kop mooi in het hout verdwijnt. Maar let op, niet te diep, want dan splijt het hout.
Wil je voorkomen dat het hout splijt? Dan kun je voorboren, boren voordat je gaat schroeven.
Wil je dat je schroef mooi gelijk komt te liggen met het hout, maak dan een kuiltje met je kruiskop.
Door het kuiltje en het voorboren hoef je niet bang te zijn dat de schroef het hout kapot maakt. Zie je?
Heb je je vergist, moet het anders? Geen probleem! Je schroeft de schroef er gemakkelijk uit. Je draait gewoon de andere kant op.
Hoppatee!