In mei 1940 vallen Duitse soldaten ons land binnen. Nederland is in oorlog. Onze soldaten kunnen niet op tegen de Duitsers. Koningin Wilhelmina en de Nederlandse ministers vluchten naar Engeland. De Duitsers zijn hier nu de baas. Het is een angstige tijd.
Vier jaar gaan voorbij. Op 6 juni 1944 lijkt de bevrijding er aan te komen. Engelse, Amerikaanse en Canadese troepen, de geallieerden, landen aan de kust van Frankrijk. Parijs wordt bevrijd. En België. De Duitsers kunnen de geallieerden niet tegenhouden. Ook het zuiden van Nederland wordt bevrijd. De Nederlanders in het Noorden denken dat ze ook gauw bevrijd zullen worden. Maar bij Arnhem gaat het mis.
Dagenlang wordt er gevochten om de brug over de Rijn. De geallieerden kunnen niet verder. De Nederlandse ministers in Engeland willen helpen. Via de radio vragen ze het spoorwegpersoneel om te staken. De Duitsers kunnen dan geen wapens en soldaten meer vervoeren.
Het spoorwegpersoneel luistert en gaat staken. Het vervoer via de rails komt stil te liggen. De Duitsers zijn woedend! Ze verbieden nu alle scheepvaartverkeer in Nederland. Hoe moeten de steden boven de rivieren nu aan voedsel en brandstof komen? Een lange bitterkoude winter vol honger volgt.