Ik ben Denise Veenstra, ben 11 jaar, kom uit Zoetermeer en ik speel toneel en daar gebruiken we heel vaak rookmachines bij en daarom wil ik weten: Hoe werkt een rookmachine?
Bij muziek, film en theater is vaak nep rook nodig, het maakt iets spannend, versterkte de lichteffecten kortom met rook ziet het er cool en mysterieus uit. Maar Denise, hoe krijg je nou rook op het juiste moment? Een fikkie stoken? Zo boos worden dat er stoom uit je oren komt? Ik dacht het niet. Dikke rook, dunne rook, lage rook. Je kan het zo gek niet bedenken of er bestaat wel een speciale rookmachine voor Denise, maar hoe maken ze nou al die rook?
Kan iemand mij overeind helpen? Eerst is het wel handig om uit te leggen wat rook nou precies is. Rook is niets anders dan een heleboel kleine druppeltjes bij elkaar. De meeste stoffen kunnen zich in 3 aggregatie toestanden bevinden. Dat wil zeggen dat ze vast, vloeibaar of een gas kunnen zijn. Als je nou bijvoorbeeld water neemt. Tussen de 0 en 100 graden is het gewoon vloeibaar, kan je het gewoon drinken. Als het beneden de 0 graden komt dan wordt het ijs, dan wordt het een vaste stof. Als je het kookt boven de 100 graden dan wordt het een gas. Als je nou water kookt met een waterkoker dan komt er allemaal gas naar buiten. Als het buiten komt dan daalt de temperatuur weer. Dan wordt gas weer een vloeistof. Die rook die je hier ziet zijn allemaal kleine waterdruppeltjes. Hoe kan een stof nou van de ene aggregatie toestand naar de andere? Eerst moet je weten dat alle stoffen op aarde zijn opgebouwd uit hele kleine bouwsteentjes, moleculen noem je dat. Water is bijvoorbeeld opgebouwd uit watermoleculen. Als het water nou onder de 0 graden is dan is het ijs, vast. Dan zie je de moleculen netjes tegen elkaar aan liggen in rijtjes. Als het water bij de 0 graden komt dan wordt het vloeibaar, een vloeistof. De moleculen bewegen dan al een beetje door elkaar heen. Naarmate je het water verder verwarmt tussen de 0 en 100 graden, dan gaan de moleculen steeds harder bewegen. Zo hard dat er af en toe zelfs een molecuul uit het water springt. Als een molecuul uit het water springt dan noem je dat verdampen. Bij de 100 graden, het kookpunt, bewegen al die moleculen zo hard, zo heftig dat ze tegelijkertijd de vloeistof verlaten. Ze gaan allemaal de ruimte in, allemaal los en zie je ze niet meer. Dan zijn ze een gas. Als de temperatuur dan weer daalt, bewegen ze langzaam, klitten weer samen en vormen waterdruppeltjes: stoom. Dat is de rook die je ziet als je water kookt. Overgaan van vloeibaar naar gas en weer terug, daar maakt een rookmachine handig gebruik van. In die machine wordt de vloeistof verwarmt en komt hij als rook naar buiten. Simpel zou je zeggen. Je gooit er water in en roken maar. Zo eenvoudig is het nou ook weer niet. Moet je kijken, niet echt indrukwekkend. Er komt wel wat stoom uit maar echt roken doet hij nog niet. Het probleem met het water is, is dat de druppeltjes veel te snel verdampen dus je ziet ze helemaal niet. Daarom is er voor rookmachines een speciale vloeistof ontwikkeld: glycerol. Een mengsel van water en glycerine. Nou heeft water een kookpunt van 100 graden, glycerine van 290 graden. Het duurt veel langer voordat je het kunt koken en voordat het verdampt dus die rook blijft veel langer hangen. Nog 1 keer water, helemaal niks. Met glycerol, sterk spul hé?