Hallo, ik ben Thijs. Ik ga vaak naar het bos en dan neem ik een kompas mee. Mijn vraag is: Hoe werkt een kompas? 270 graden west. 180 graden. 11, 12, 13. 150 graden... Yes! Bam! Gevonden! Nou, superhandig zo'n kompas. Vroeger zagen ze er zo uit. Nog steeds soms, maar tegenwoordig heb je ze ook op je telefoon. Maar hoe werkt het nou eigenlijk? Tada! De kompasroos is het deel van de kompas dat je kan lezen. Daarop staat de N van het noorden. De O van het oosten. De Z van het zuiden. En de W van het westen. Dat zijn de winstreken, of de kompasstreken. En op de kompasdoos zit ook een naald. En die wijst altijd naar het noorden. Door te kijken naar waar de naald naartoe wijst, weet je dus waar het noorden is. En zo ook welke kant je op moet. Terug naar het echte kompas. De naald, in dit geval het rode puntje, wijst dus altijd naar het noorden. Het maakt niet uit of je je kompas draait. Daardoor weet je ook waar het oosten, het zuiden of het westen is. Het westen is in dit geval die kant op. Bij een elektrisch kompas spreekt het een beetje voor zich...maar hoe weet je nou bij zo'n ouderwets kompas dat de naald altijd naar het noorden wijst? Dit zijn magneten. En magneten trekken elkaar aan. De naald van het kompas is magnetisch geladen. Dat is dus de eerste magneet. Die wordt aangetrokken door het magnetische veld van de aarde. En net als de aarde heeft het magnetische veld ook twee polen. De Noordpool en de Zuidpool. En die magnetische polen trekken elkaar aan. De Noordpool trekt aan de noordkant van de kompasnaald en de Zuidpool trekt aan de zuidkant. Maar de magnetische polen liggen niet precies op de Noordpool en de Zuidpool van de aarde. De geografische polen. De magnetische Noordpool ligt er net iets naast...namelijk hier tussen Groenland en Noord-Amerika. Vaak vind je op de kompasroos een cirkel met graden. Een hele cirkel is 360 graden. Net als treflip met skaten. En het noorden is nul. De gradenring kan je draaien, en zo kan je dan heel nauwkeurig navigeren. Bijvoorbeeld door vijf stappen 140 graden te zetten. Dan stel je 'm zo in dat-ie op 140 graden staat. En dan zet je vijf stappen. Dus 1, 2, 3, 4, 5. Dan kom je hier uit. En dat is allemaal om ervoor te zorgen dat je op de goede plek terechtkomt. Als je een paar graden naast zit, bijvoorbeeld 145 in plaats van 140, dan sta je ineens hier. Dat moeten we niet hebben, en daarom is het belangrijk dat het lezen van een kompas nauwkeurig gebeurt. Nog even een paar tips om goed te leren navigeren. Ten eerste, hou je kompas nooit in de buurt van andere magneten. Dan raakt-ie helemaal van slag. Dan werkt-ie dus niet meer. En ten tweede, hou je kompas ook altijd recht voor je. Dus niet zo of zo, maar zo. Want het noorden zit namelijk niet ergens in de lucht, maar op aarde. Als je het niet erg vindt, ga ik mezelf nu naar huis navigeren. Even kijken. Zuidoost. Daarheen.