In Nederland wonen tegenwoordig zo'n 350.000 mensen met Indonesische wortels. Als je ook de jongste generaties meetelt zelfs zo'n 2 miljoen. En toch kent lang niet iedereen de gedeelde geschiedenis van Nederland en Indonesië. Als ik zelf zou moeten nadenken waarom het zou kunnen zijn dan zou ik denken dat het te maken heeft met dat het natuurlijk niet een van de mooiste pagina's is van de geschiedenis.
Eeuwenlang was het gebied dat we nu kennen als Indonesië in Nederlandse handen. Hoe is dat zo gekomen? En wat waren de gevolgen? Ik leg het je in een paar minuten uit. We gaan goed vijf eeuwen terug in de tijd, naar 1498. Dan komen de Portugezen als eerste Europeanen over water aan in Azië. De Spanjaarden en Portugezen verdienen hun geld met de handel in allerlei specerijen uit Azië. Kaneel, kruidnagel, nootmuskaat, peper, maar ook porselein en zijde. Spullen uit Azië, die rijke Europeanen graag wilden hebben. En waar je dus heel veel geld mee kon verdienen. En dat wilden de Nederlanders ook wel.
Een eeuw na de Portugezen, vanaf 1595 gaan de eerste Nederlandse schepen die kant op. Eerst is het ieder voor zich maar die concurrentie drukt de opbrengsten. Dus verplicht de Nederlandse Republiek om samen te werken. En dat leidt, in 1602 tot de oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, de VOC. De VOC en de WIC waren geen gewone bedrijven. Ze kregen hele speciale rechten van de Nederlandse overheid. Dit is de scan van het oprichtingsdocument uit 1602. Toen werd de VOC opgericht. En werd dit octrooi door de Staten-Generaal uitgevaardigd aan die onderneming. En werd er gezegd in welk gebied ze handel mochten drijven en wat ze daar allemaal mochten doen. En daar staat dus ook in dat ze van de Staten-Generaal, de overheid van toen, het recht hadden gekregen om zich ook te vestigen op andere plaatsen. Maar ook om oorlog te voeren. Dus het waren eigenlijk bijna overheden op zichzelf.
De VOC weet z'n macht in een eeuw tijd flink te vergroten door met z'n vloot gebieden te veroveren en handel te drijven. Onder andere door samen te werken met lokale vorsten. Ik leerde vroeger dat kolonialisme een kwestie van zwart of blank was. Dat enkele blanken heersten over een groot aantal Indonesiërs. Maar toen ik dieper de geschiedenis indook, besefte ik dat de geschiedenis van het kolonialisme complexer is dan de scheiding tussen blank en zwart te begrijpen. Het gaat ook over de plaatselijke feodale klasse, die samenwerkte met de koloniale machthebbers om over het volk te heersen. Zonder het plaatselijke feodalisme, was het kolonialisme geen succes geworden. Voor de groeiende macht en winst van de VOC moet de lokale bevolking een hoge prijs betalen. Mensen worden gedwongen tot handel of werk. De bevolking van de Banda-eilanden komt daartegen in verzet. Maar dat wordt in 1621 hard neergeslagen. Niet meer dan 1.000 van de 15.000 inwoners blijft achter. De rest slaat op de vlucht, wordt vermoord of tot slaaf gemaakt. Specerijen, daar ging het om. Nootmuskaat, foelie, kaneel. Dat de VOC daarbij op grote schaal tot slaaf gemaakten inzette, is minder bekend. En niet alleen op de plantages. Ambachtslieden, mensen die in de mijnen werkten, maar ook mensen die als edelsmid werkten bijvoorbeeld. En dan moet je denken aan in en rondom het huis. Dus de elite daar vond het fijn om zich te kunnen vertonen met mensen in slavernij.
De bewoners van de Banda-eilanden delen dus bepaald niet in de 'Gouden Eeuw', zoals de zeventiende eeuw vaak is genoemd voor de Nederlandse Republiek en voor de VOC. Maar het succes van die compagnie neemt af. In de achttiende eeuw lopen de winsten terug en de schulden lopen op. Eind van die eeuw, in 1799, gaat de VOC failliet. De gebieden die de VOC tot dan toe in handen heeft, gaan vanaf 1816 verder als de kolonie Nederlands-Indië. De bevolking daar valt vanaf dat moment rechtstreeks onder Nederland, dat intussen zelf een koninkrijk geworden is. In die negentiende eeuw breidt Nederland de kolonie flink uit, zoals je ziet in deze uitzending die ik eerder maakte. Dat is het stukje dat effectief in Nederlandse handen was. En dan gaan we een halve eeuw later, iets meer misschien. -Op deze kaart is duidelijk te zien dat we nu een eilandenrijk hebben gecreëerd voor Nederland, wat een politieke dwerg was. En als we dat op de kaart van Europa leggen, met dit op de westpunt van Ierland, en we rollen deze kaart uit, dan eindigen we in de Kaspische Zee. De uitbreiding gaat niet zonder slag of stoot. Zo komen de Javanen in opstand tegen de Nederlandse onderdrukking, in 1825. Bij deze bloedige Java-oorlog komen zo'n 200.000 Javanen om het leven. Prins Diponegoro, hij is tegenwoordig een nationale held in Indonesië, leidt die opstand. Maar door een list van de Nederlanders wordt hij uiteindelijk gevangengenomen. En dat betekent het einde van de oorlog. In feite plegen jullie verraad. Diponegoro kreeg een vrijgeleide en kwam naar Magelang omdat er een bestand was. En op de heiligste dag van de Indonesische kalender, namelijk het einde van de vastenmaand, werd hij opgepakt. De Java-oorlog kost bakken met geld. En dat wil Nederland weer terugverdienen in de kolonie. Mede daarom voert gouverneur-generaal Johannes van den Bosch in 1830 het cultuurstelsel in. Het cultuurstelsel zegt dat, als dit mijn stuk land is, ik een-vijfde deel van mijn land moet bebouwen met producten voor de Nederlandsche Handel-Maatschappij. En dan deze producten verkocht worden en zo Nederland geld verdient. Deze producten mogen alleen koffie, thee, indigo of suiker zijn, producten voor de export. En dat betekent dus dat, als ik hier rijstboer ben, die mijn rijst hier verbouwt, dat ik daar opeens koffie moet verbouwen, wat een totaal ander productieproces met zich meebrengt. Niet alleen bij de lokale bevolking groeit het verzet tegen de uitbuiting, ook vanuit Nederlandse hoek komt er kritiek. Te beginnen met een boek, Max Havelaar van Multatuli. De toenemende weerstand draagt eraan bij dat in 1860 de slavernij wordt afgeschaft. En 10 jaar later het cultuurstelsel. Maar de uitbuiting gaat door. Tienduizenden contractarbeiders, ook wel koelies genoemd, werden naar Sumatra vervoerd om te werken op de plantages. De meeste van hen waren ongeletterd en tekenden met een vingerafdruk een overeenkomst die in de praktijk een wurgcontract bleek te zijn. Op de plantage gold de regel dat je de blanke nooit mocht tegenspreken. Want zij waren superieur. Zo was dat. Ja, de mensen waren vroeger ouderwets. Als er een blanke de plantage op kwam, dan was je bang. Vooral als we iemand met een tropenhelm zagen komen. Zo was dat. Als de blanken kwamen, werd iedereen bang. Nederland blijft gebieden inlijven. En doet dat met geweld. Zo kost de Atjeh-oorlog, die in 1873 begint, ook weer zeker 50.000 levens. Hele dorpen worden uitgemoord. Deze oorlog duurt uiteindelijk meer dan een halve eeuw. Nederland wilde het monopolie verkrijgen op de handelsroute met Zuidoost-Azië. Vooral met Indië, Maleisië en omstreken. De Straat van Malakka werd belangrijk, omdat daarvoor het Suezkanaal was geopend, waardoor de handel tussen Azië en Europa veel eenvoudiger werd. Het einde van de negentiende eeuw luidt het begin in van de 'ethische politiek'. Een nieuw beleid, waarin Nederland het als zijn taak gaat zien om niet alleen te profiteren van de Indonesische bevolking, maar die ook te ontwikkelen. Bijvoorbeeld met de aanleg van wegen. En het bouwen van ziekenhuizen en scholen. Ik was de enige Javaan. De rest waren allemaal Indische jongens, Indische meisjes, totoks en Chinezen. Maar gewoonlijk was ik de enige inlander. De opinie over een inlander was: dom, langzaam, enzovoort. In mijn klas zat een zoon van een adjudant-onderofficier. Bij de eerste keer dat de rapporten werden uitgedeeld, was hij nieuwsgierig. Hij vergeleek het met zijn rapport. En toen moest hij erkennen dat ik meer achtjes had en hij zesjes. -U had veel hogere cijfers dan hij had? -Precies. Want dat zit hier vast. Wat en hoe een inlander is. -Ja. Wat zei hij toen? Wat was zijn reactie toen hij uw rapport zag? -Wilt u het horen? -Ja, hoor. -‘Purbo, jij hebt een mooier en beter rapport dan ik, maar je bent en blijft een inlander.’ De ongelijke machtsverhoudingen en vooroordelen blijven dus bestaan. Maar het onderwijs vergroot wel de bewustwording daarvan. En doet zo eigenlijk precies wat Nederland niet wil. Het versterkt het zelfbewustzijn onder de Indonesische bevolking en de afkeer van de Nederlandse heerschappij. En dat luidt het einde in van eeuwen aan veroveringen en kolonisatie. Het maakt de weg vrij voor een onafhankelijk Indonesië. Hoe die onafhankelijkheid tot stand kwam, dat zie je in onze andere NPO Kennis-video over de onafhankelijkheidsstrijd.