In Nederland is het 80 jaar geleden levensgevaarlijk om je mening te geven. Als namelijk de Tweede Wereldoorlog uitbreekt en nazi-Duitsland in mei 1940 ons land binnenvalt en bezet, is het direct afgelopen met de vrijheid van meningsuiting. Kranten mogen niet meer zomaar schrijven wat ze willen, maar ook bijvoorbeeld op de radio en in bioscopen mag alleen nog maar nieuws uitgezonden worden dat positief is voor Duitsland. En daardoor weten de Nederlanders eigenlijk niet meer wat er nou echt aan de hand is. Daarom komen sommige mensen in verzet. Ze besluiten bijvoorbeeld om stiekem pamfletten op te plakken op de straten tegen de Duitse bezetters. Duitsland wint op alle fronten? Eén april, dacht het even niet, maar het opplakken van dit soort pamfletten is levensgevaarlijk. En als je hiermee gepakt wordt, dan kan je zelfs de doodstraf krijgen.
Net als voor het maken en verspreiden van illegale krantjes. Maar dat weerhoudt Gusta, die bijna elf jaar is als de oorlog uitbreekt, er niet van om dat toch te doen. Gusta. Inmiddels ben je negentig, maar tijdens de oorlog was je nog een jong meisje. Je woonde hier in dit huis op nummer 68. Neem me even mee. Wat deed jij toen het Duitse leger hier in Zwanenburg binnenmarcheerde?
Nou, er kwam daar een colonne Duitse soldaten vandaan, marcheren, zingend, één of ander raar lied. En ik denk: Dat zijn die nazi's waarschijnlijk. En ik werd toch zo kwaad. Ik ben de straat overgestoken en heb zo op de grond gespuugd. Dus je was gelijk kwaad en er was gelijk verzet. Waarom? Nou, al voor de oorlog, toen was ik nog maar een klein kind, maar toen hadden we al Duitse vluchtelingen in huis en die waren al voor de nazi's gevlucht. En de één was een jongen, Hans heette hij, en hij liet zien hoe op zijn armen en zijn hele lichaam, waren littekens van waar ze brandende sigaretten hadden uitgedrukt. En op zijn rug had hij van die dikke rode striemen waar ze hem met een zweep geslagen hadden.
Tijdens de Duitse bezetting zijn er meerdere illegale krantjes, zoals Het Parool, dat ken je misschien wel. Het bestaat nog steeds. Trouw, deze komt bijvoorbeeld uit midden november 1943. Levensgevaarlijk periode, midden in de oorlog. Vrij Nederland... Hierin staat het echte nieuws over verzetsdaden en over de bevrijders. Deze krantjes moeten dus in het diepste geheim worden gemaakt, gedrukt en worden rondgebracht, want de Duitsers jagen op de illegale pers en ze vinden het eigenlijk net zo erg als het gewapend verzet, dus als je hiermee gepakt wordt, overleef je het vaak niet.
In het voorjaar ben jij 13 jaar, Gusta, en dan ontdek je in de aktetas van je vader deze illegale krantjes van De Waarheid. En dan weet je het eigenlijk gelijk. Hij brengt ze rond, stiekem. Wat heb je toen gedaan? Nou, ik dacht: Dit is mijn kans om ook eens wat tegen die nazi's te doen. Toen heb ik tegen mijn vader gezegd: Als ik nou met je meega? Een vader met een kind die door het dorp loopt, dat is niet zo verdacht als een man alleen. Dat vond hij wel een goed idee. En vanaf die tijd ben ik met hem meegegaan. Hoe ging dat dan allemaal in zijn werk? Bij sommige huizen, zoals daar, moest je achterom gaan. En daar moest je hem bijvoorbeeld in de brievenbus doen en twee of drie keer bellen, of met tussenpozen bellen. Dan wisten de mensen dat het krantje gebracht was. En toen je een jaar of vijftien was, ging je ze ook zelf rondbrengen? Toen ging ik het zelf doen. Maar waar verstopte je ze dan? Nou, in mijn jas, onder mijn jas.
Was je niet ook ontzettend bang? Nou, één keer ben ik wel echt doodsbang geweest. Toen was ik hier bij dit huis en had ik net het krantje in de bus gedaan. En toen hoorde ik die moffelaars aankomen. Zo noemden jullie de Duitsers? Ja. Ik wist niet wat ik doen moest. Ik had nog wel tien krantjes onder mijn jas, maar die mensen hier hadden gelukkig een hele grote ligusterhaag. Ik ben onder in die heg gedoken, dat ze me niet meer zouden zien, en mijn adem ingehouden. En ik zag toen langs het tuinhekje twee Duitsers met geweren in de aanslag. Nou, ik wist niet waar ik het zoeken moest, ik zat te trillen, maar ze liepen door en ik heb nog altijd het idee dat ik mijn leven te danken hebben aan een ligusterheg.