Dat er virussen over kunnen springen van dier op mens weten wij tegenwoordig maar al te goed. En dat gebeurt trouwens heel vaak. Van alle nieuwe ziektes heeft 70% een dierlijke oorsprong en die ziektes kunnen zomaar tot een pandemie uitgroeien. Wat wordt er gedaan om een nieuwe te voorkomen? Het coronavirus is een zoönose... een virus dat van een dier overgaat op een mens. Een verschijnsel waar virologen niet van opkijken. Iedereen wist dat dit zou gebeuren. Alle deskundigen zeiden: Dit gaat weer gebeuren. We hebben hiv-aids meegemaakt, ebola. Om de zoveel tijd duikt er een virus op dat ook mensen kan besmetten. Bij een kalkoenbedrijf in Moergestel is vogelgriep vastgesteld. Dat is gewoon een risico. Het van oorsprong Afrikaanse westnijlvirus is aan een echte opmars bezig. Covid is een van de grootste pandemieën veroorzaakt door een zoönose en het is zeker niet de laatste. En hoe voorkomen we dan die volgende pandemie? Wim van der Poel groeide op tussen de dieren. Hij is altijd een dierenvriend geweest. Hier zie je hem met een paard. Het is misschien geen verrassing dat hij dierenarts werd en promoveerde in de veterinaire virologie. Nu is hij bijzonder hoogleraar zooönotische virussen in Wageningen. Welkom. Laten we even beginnen bij het begin. Wat is een zoönose ook alweer? Een zoônose is eigenlijk een infectieziekte die van gewervelde dieren op mensen overgedragen kan worden. Als je kijkt naar hoe dat gaat kan ik dit plaatje gebruiken? Zeker. Vaak is er een groep dieren die functioneren als bron van de zoönose. Daar circuleert die ziekteverwekker in. Vaak zonder dat die dieren er ziek van worden. En als hij dan overgedragen wordt naar bijvoorbeeld een ander diersoort en dat kan een tussengastheer zijn, dan kan er een variant ontstaan die ook infectieus is voor mensen. Als dat het geval is dan kan het overspringen naar mensen. En als hij vervolgens ook zo verandert, die ziekteverwekker, dat hij ook weer van mens op mens overgedragen kan worden dan hebben we als het ware een epidemie. En als dat wereldwijd wordt dan hebben we een pandemie. Om dit even af te maken... Ga je gang. Bij corona weten we nog niet wat die tussengastheer is. Soms is die tussengastheer ook niet nodig. Dan kan je een directe overdracht krijgen naar mensen. Is het zo dat elke zoönose een pandemie kan worden? Nee, het is niet zo dat elke zoönose een pandemie wordt. Soms zijn het enkelvoudige infecties.
Dat zie je bijvoorbeeld bij hondsdolheid. Dan is een beet van een hond, daar worden mensen mee geïnfecteerd. Maar dat gaat steeds naar EEN persoon. Dan gaat het niet van persoon naar persoon. Als we kijken naar dit plaatje...dit zijn de manieren waarop je vervolgens in contact kunt komen met een nieuw virus. Welke zou jij eruit pikken? Kun je een voorbeeld noemen? Een voorbeeld waar we veel mee te maken hebben is dat infectieziekten die afkomstig zijn uit ontlasting, daar hebben we mee te maken bij salmonella, dan kan vlees of eieren besmet worden met de salmonellabacterie. En dat kan infectie bij mensen veroorzaken. Maar het is ook mogelijk dat van uitwerpselen besmettingen plaatsvinden naar voedsel. Bijvoorbeeld dat ontlasting van dieren in een slachthuis dat de ontlasting van dieren in contact komt met vleesproducten. En dan kan het ook in voedsel terechtkomen. Dit geeft aan hoe dieren en mensen dicht bij elkaar zitten. Jij houdt je bezig met One Health, de connectie tussen geneeskunde en diergeneeskunde. Kun je uitleggen hoe je vanuit het vakgebied in die beweging als het ware probeert te voorkomen dat er volgende pandemie uitbreekt? Dit plaatje is heel interessant daarin. Als je die brondieren hebt dan circuleert daar die ziekteverwerker. De brondieren, dat zijn die dieren aan de linkerkant. Dat zijn vaak wilde dieren. En als er dan ziekteverwekker overspringt dat er een variant ontstaat die overspringt naar gehouden dieren dan kan de circulatie optreden. Dit is circulatie. Circulatie opgetreden in die gehouden dieren en er kunnen varianten ontstaan die ook infectieus zijn voor mensen. En dan kan je weer een sprong krijgen van gehouden dieren naar mensen. En soms kan dat ook direct van wilde dieren naar mensen. Of van gehouden dieren naar mensen. En als je daar dan ook weercirculatie krijgt dan kunnen er weer ernstiger ziekteverwekkers ontstaan. Dat zien we bij corona. Als je heel veel circulatie hebt dan heb je verandering in het virus. En dan kunnen er varianten ontstaan die ineens weer besmettelijk zijn. Het is ook de kunst om die groepen uit elkaar te houden? Wat heel belangrijk is, is dat de mensen die onderzoek doen naar de wilde dieren en de mensen die onderzoek doen in de mensen, dat die goed met elkaar samenwerken. Zodat alle gegevens van het onderzoek uitgewisseld kunnen worden. Dan kunnen we een veel beter beeld krijgen hoe we dat moeten beheersen. Dus daarom is het echt heel belangrijk dat alle gezondheidsgerelateerde onderzoeksdisciplines met elkaar samenwerken en gegevens uitwisselen. Dan kunnen we zien wat er gebeurt in het milieu. Wat er gebeurt bij wilde dieren. En die varianten volgen we dan. We vergelijken het met dat wat we bij mensen zien. Dan heb je dus een goed beeld van de risico's. Dan kun je ook kijken waar je dat kan beheersen. Ik pik er EEN ding uit. Een van die dingen is om de dieren goed in de gaten te houden. Dat gebeurt ook in Nederland met de vogelgriep die steeds maar blijft terugkomen. Sosha ging kijken hoe dat gaat. Zieke of gewonde vogels worden naar vogelopvang gebracht. Zoals hier. Hoe gaan ze om met de heersende vogelgriep? Dit zijn allemaal duiven. Er zijn heel veel duiven binnengebracht. Voornamelijk stadsduiven. We hebben vanmorgen bij degene op de ambulance gevraagd: waarom zoveel stadsduiven? Normaal hebben we er niet zoveel. Wij denken zelf, maar daar hebben we geen bewijs voor, dat er minder mensen in de stad zijn, minder afval. Vandaar dat die dieren verzwakt raken want ze kunnen geen eten vinden. Hoe weet je dat niet een van die dieren die hier binnenkomt vogelgriep heeft? Vogelgriep heeft bepaalde verschijnselen. Bijvoorbeeld met de kop zwaaien. Als er inderdaad vermoeden is van vogelgriep dan worden ze in quarantaine geplaatst. Een oehoe. Die is groot, hee! Dit is ons quarantainehok. Als dieren met verdenkingen binnengebracht worden dan zetten we ze hier neer. Dan kijken we of het klopt dat ze vogelgriep hebben. Hebben ze dat, dan gaan ze naar de dierenarts en dan worden ze helaas ge-euthanaseerd. Ook door de vogels worden gecontroleerd op vogelgriep. Dat doen ze hier in Lelystad. Het zou hier in moeten zitten. Deze is vanmorgen binnengekomen? Deze is vanmorgen binnengekomen. Hier hebben we een havik. Wow. Wat een mooi dier. Hoe is die havik hier terechtgekomen? Mensen hebben hem gevonden in het bos. En die hebben gebeld? Die hebben gebeld en we hebben hem daar opgehaald. Wat ga je daar nu mee doen? Wij gaan een swabje maken van de trachea. Trachea? Van de luchtpijp. Oke. Het vel haal ik er vanaf. Moet je kijken. Een luchtpijp. Hier zien we de trachea lopen. We maken hier een sneetje in. Dan pakken wij een swabje. We draaien het goed heen en weer. Zodat alles op het swabje zit. Jij ziet dit elke dag maar ik ben helemaal onder de indruk. Dus het kan zo zijn dat dit dier dood is gegaan aan de vogelgriep? Dat kan zeker zo zijn. Heeft het wel vogelgriep of geen vogelgriep? De volgende swab wordt genomen. In de cloaca. En deze swabjes gaan nu naar het lab? Daar worden ze verder verwerkt. We hebben de uitslag nog niet binnen.
Waardoor komt het nou dat het niet te stoppen valt? Is dat omdat dieren en mensen steeds dichter en in groten getale met elkaar zijn gaan leven? Dat heeft heel veel te maken met de toename in de wereldbevolking. Ook veel grotere behoefte aan voedsel. Dat betekent dat de dierlijke productie ook enorm toegenomen is. Ook omdat er grotere dichtheden zijn, zijn er ook meer contacten tussen mensen en dieren. Daarnaast is het ook nog zo dat mensen veel meer de neiging hebben om ook naar gebieden te gaan waar voorheen geen mensen kwamen. Dan kunnen ze in contact komen met wilde dieren. Dan wordt het dus wel heel goed in de gaten gehouden.
Wat jij vertelt en wat we zien in het filmpje. Maar we zitten er toch middenin. Is het dan toch ergens niet goed gegaan? Moeten we het nog beter doen? Dat hebben we gezien in de nertsenhouderij. We hebben te maken met de circulatie van het coronavirus. Op een gegeven moment bleek dat die nertsen ook gevoelig waren. Toen is er een introductie geweest, een besmetting op 'n nertsenbedrijf. Dat ging snel circuleren. We hebben in Nederland dat heel strak gevolgd. We hebben die bedrijven geruimd en de nertsenhouderij gestopt. Er zijn andere landen waar varianten uit de nertsen bij de bevolking terechtgekomen zijn. Dat heeft ernstige besmettingen veroorzaakt. Het is niet het thema dat ik terug hoor in de verkiezingen. Wat vind jij daarvan? Moet de politiek zich daar meer mee bezighouden? Er is wel aandacht in de verkiezingsprogramma's voor zoönose. Maar ik denk wel dat deze pandemie ons in ieder geval moet brengen op een punt waarbij meer nadenken over hoe we dieren houden en hoe we kunnen voorkomen dat hij besmettingen van dier op mens plaatsvinden. Bij die nertsen is het eerste introductie van mensen naar dieren geweest. Dus de omgekeerde route die uiteindelijk de problemen veroorzaakt. Dus dat moet je ook in de gaten houden. Daarom is het zo belangrijk dat humaan onderzoek...dus onderzoek van de geneeskunde samenwerkt met de diergeneeskunde. Om gegevens uit de verschillende onderzoeken uit te wisselen. Waarnemingen over virussen die circuleren uitwisselen. Zodat we snel kunnen zien of iets tot een probleem kan leiden. En jij blijft dat ook doen. Dank je wel voor je uitleg. Ik blijf het doen. Wim van der Poel. Graag gedaan.