Dit is een kokospalm.
Je hebt ze in allerlei maten.
Deze is dun en de bladeren zijn breed gespreid.
Zo teken ik een kokospalm.
We moeten maar eens een echte kokospalm gaan bekijken.
Zo, daar zijn we dan.
In het echt zitten de noten in het midden, maar ik teken ze aan de bladeren.
Mijn bladeren zijn dus net als in het echt, maar ik gebruik mijn fantasie.
Ik teken de bast ruw, net als in het echt.
Deze heeft juist kleine blaadjes.
Deze zijn kort.
Kijk hier eens naar.
Schiet eens op.
Oh, dat is hard!
En zwaar!
Deze is volgens mij rot.
Is deze rijp?
Ik weet het niet.
Hij is wel zwaar.
Oh, er zit water in!
Kom, hier is er nog een.
Deze is langwerpig.
Kom, dan gaan we terug.
Deze is zo zwaar!
Kom mee.
Er zit ook kokosvlees in.
Het is zoet.
Is het zoet?
Wel lekker!
We moeten de kokos los schrapen.
Oh, het vruchtvlees is zacht.
Deze kokosnoot is ZO lekker!
Kijk nou!
Er zit een kleintje in!
Hij smaakt nergens naar. Een beetje zout.
De kokos is hard.
Die groene is veel zachter van binnen.
Jammie!