Daar woont mijn opa. Daar zie je ook een soort van oma.
Daar woont mijn overgrootoma. En dan heb je hier ook een soort van oma. En daar woont ook mijn nichtje. Daar woont ook mijn neefje. Is het gezellig, zo de familie dichtbij? Ja, het is heel leuk. Want als je vriendjes of vriendinnetjes meeneemt vanaf school dan heb je van: hoe is het hier? En mensen uit de familie weten hoe het is hier. Dit is mijn wagen, hier woon ik. Het verschil is: een wagen is van hout en een huisje is van steen. En hiermee kun je wegrijden, en met een huis gaat dat niet. Waar zijn de wielen? Onder de wagen. Dat kan je nu niet zien, omdat het is afgeschermd. Het is best wel schoon in wagens. Wij drinken uit plastic bekertjes omdat het schoon is. De mannen zijn meestal aan het werk. En de vrouwen echt bijna de hele dag schoonmaken. We vinden het veel fijner als alles schoon is... want bij mij binnen is bijna alles wit. Room, wil je naar omi een bordje stoofperen brengen? Ja. dan heeft ze wat lekkers voor vanavond. Ja. Dat heb je met die oordelen...Dat mensen best wel bang zijn voor kampers. Ze denken dat we bijvoorbeeld geweren hebben en dat soort dingen. En dat we daarmee op mensen gaan schieten als ze hier komen. Terwijl dat helemaal niet zo is. Hoe kan dat dan? Het is een gewoon soort van roddel. Omi. Omi. Omi, ik heb wat voor u. Kinderen kunnen alles doen wat ze zelf willen hier. Een brommertje rijden. Weet ik veel wat. Dat hoef je in Hilversum niet te doen. Hier is het nu heel erg troep nog. Want eerst zouden we hier een speeltuin krijgen...maar door de gemeente ging het niet door. Maar we hadden het eigenlijk al geregeld. Dus het zou eigenlijk al komen, maar toen kwam het niet meer. Je hebt heel veel vrijheid en je bent beschermd. Ik voel me gewoon veilig hier. En ik kan gewoon zo lang als ik wil naar buiten. We zijn anders en dat zal ook altijd blijven. Mijn soort dus. Ik vind dat familie voor alles gaat. Gewoon echt heel belangrijk. Ik zou ook nooit meer weg willen. Laat ik het zo zeggen. Nergens kunnen ze het beter doen als het wij hebben. Als ik later volwassen ben, wil ik een mooie grote wagen op het kamp hier. En alles wit en lekker schoon. Dat kunnen we vanavond eten. Stoofpeertjes. Bedankt. Doeg. Doei, jongen.