Epilepsie is dat je soms heel druk bent in je hoofd. Dat je onweer hebt in je hoofd, zeg maar. Je ziet helemaal niks aan haar, maar al vanaf haar derde heeft Britt last van epileptische aanvallen. Ik krijg aanvallen. Als ik ze 's nachts krijg ben ik overdag heel moe. Ook de concentratie neemt dan af. Dan zeg ik ook wel: kom op, Britt, je kunt het. Alles wat we doen, denken of voelen gebeurt in de hersenen. Door speciale netwerken van zenuwen, kun je bijvoorbeeld je handen bewegen, zien met je ogen en praten, zingen, lachen. Bij een epileptische aanval gaat er iets mis in zo'n netwerk, een soort kortsluiting. Wat gebeurt er met je bij zo'n aanval? Dan begin ik te brabbelen. Dan ga ik stampen en zo. En schudden. En bij de kleine aanvallen lijkt het alsof ik in een achtbaan zit en opstijg. Omdat Britt moeite heeft met concentreren en dingen onthouden zit zij op een speciale school. Daar leren de kinderen strijken, koken en ramen lappen. Op school begrijpen ze dat Britt soms moeite heeft met dingen. Wij hebben allemaal ziektes hier op school. Ik begrijp hun ziektes. En zij begrijpen mij. Andere mensen begrijpen het niet. Dan nodigen ze mij bijvoorbeeld niet voor een feestje uit. Dan denken ze dat ik straks op de grond lig. Voor Britt is het dus heel belangrijk dat er aandacht is voor kinderen met epilepsie. Zelf wordt ze binnenkort geopereerd om van de epilepsie af te komen. Ik wil eigenlijk wel dat het dat het goed gaat. Dat het weggaat. Zonder medicijnen. Eerst hopen dat de aanvallen helemaal weggaan. En dan kijken we wel.