Burgers, schnitzels of een rookworst. De schappen liggen tegenwoordig vol met dit soort vleesvervangers en het aanbod groeit en groeit. Nederlanders eten zelfs de meeste vleesvervangers van heel Europa. Mensen kiezen hier bijvoorbeeld voor omdat ze dierenleed willen verminderen of omdat het beter is voor het klimaat en milieu. Maar hoe goed zijn vleesvervangers eigenlijk voor het milieu? Er zijn namelijk vleesvervangers die bijna net zo belastend zijn als een varkenslapje of een kippetje. Zo'n 42% van de Nederlanders is flexitariër. Dit zijn mensen die niet elke dag vlees of vis eten. Bent u helemaal vegetarisch? Nee, half. Zelf ben ik ook zo'n flexitariër en eet ik vier à vijf dagen in de week geen vlees of vis. Logischerwijs is er daarom meer behoefte aan vleesvervangers. Maar het punt is we hebben een culinaire traditie van honderden jaren. Dus je kunt niet tegen een vleeseter zeggen waarom eet je niet voortaan linzensoep? Dat wil hij ook wel, maar niet alleen maar. Dus mensen zijn helemaal geconditioneerd op die smaak. De structuur, het mondgevoel, de bite van vlees. Voor veel mensen is het opgeven van vlees dus erg lastig. Dan zijn vleesvervangers een goed alternatief. Want net als in vlees zitten in vleesvervangers voedingsstoffen zoals eiwitten, ijzer en vitamine B. En veel bedrijven spelen daarop in. De Vegetarische Slager, de producent van vleesvervangers, wordt overgenomen door Unilever. Beyond Meat, het bedrijf waar mensen als Bill Gates en Leonardo DiCaprio hun geld in investeerden, ging afgelopen donderdag in New York naar de beurs. De omzet van vleesvervangers is in vijf jaar meer dan verdubbeld. Maar net als vlees veroorzaken ook vleesvervangers milieuschade. Wel in mindere mate, maar er komen ook broeikasgassen vrij. Er worden bossen voor gekapt en we hebben er heel veel water voor nodig. Het tv-programma De Kennis van Nu zocht daarom uit hoeveel impact vlees en vleesvervangers hebben op het milieu. Dit doen ze op basis van de CO2-uitstoot per kilogram eiwit en niet per kilogram product. En hierbij hebben ze gekeken naar de gehele levenscyclus, van grondstoffen tot afval. De top-drie: op nummer één vlees van een vleeskoe. Nummer twee, vlees van een melkkoe en nummer drie: kaas. Ook opmerkelijk, een groenteburger op basis van boerenkool en tofu staat vrij hoog tussen varken en kip. Een veel duurzamere groenteburger staat hier. En dan helemaal rechts producten als tuinbonen, kikkererwten en soja uit Europa. Eigenlijk is rundvlees van de vleeskoe is de kolencentrale van het voedsel de hoogste emissies. Hoe komt het dat die zo ver uitschiet ten opzichte van de andere producten? Eigenlijk twee redenen. De eerste reden is een koe heeft heel veel voer nodig. Je hebt een voerconversie van een factor negen, dus negen kilogram eiwit in één kilogram vlees. En ten tweede zo'n koe geeft veel methaanemissies uit de scheten, de boeren en de mest. Rundvlees heeft dus een heel grote milieu-impact. Maar wat ook opvallend is, is dat bijvoorbeeld kaas of de groenteburger op basis van boerenkool en tofu ook hoog op de lijst staan. Die hebben zelfs meer CO2-uitstoot per kilogram eiwit dan een kip. Hoe komt dit nou? Dit komt onder andere door de ingrediënten en het productieproces van de vleesvervangers. En om dit beter te kunnen begrijpen maken we een onderscheid in twee soorten. De eerste soort zijn vleesvervangers op basis van dierlijke producten zoals melk, kaas en kippenei-eiwitten en het tweede is op basis van plantaardige ingrediënten, meestal op basis van soja, zoals bijvoorbeeld tempé of tofu, maar ook sojavrije ingrediënten zoals bijvoorbeeld paddenstoelen, zeewier en jackfruit. Jackfruit. Jackfruit is een tropische vrucht, heeft de consistentie van vlees. Wij maken hier bitterballen van en hamburgers. Vooral de vleesvervangers op basis van melk hebben een grote impact op het klimaat en milieu. Want voordat je überhaupt melk krijgt, is er al een hoop CO2 en methaangas uitgestoten. Daarnaast is er voor het gehele productieproces voor één liter melk duizend liter water nodig en het is voor een kilo kaas zelfs 51 honderd liter. Heb je deze? Dit is dus. Dan de Valess. Die is dus op basis van melk. Ja, melk is dus inderdaad een groot kwaad. Ook door de enorme uitstoot van die melkkoeien. Methaangas, nog erger dan CO2 dus. Dat is dus deze. Als je dus een lijstje maakt, dan staat deze, is dus beter dan rundvlees, maar slechter dan varkensvlees voor het milieu. Vleesvervangers op basis van melk en kaas zijn dus erg milieubelastend. Dat komt ook door het veevoer dat de melkkoe krijgt dat voornamelijk uit soja bestaat. Veel van de soja die wordt gebruikt voor veevoer komt uit het Amazonegebied. Daar worden heel veel bomen gekapt om sojaplantages aan te leggen. Deze boskap zorgt voor heel veel CO2-uitstoot en dat zorgt weer voor opwarming van de aarde. En dat is dus de reden waarom vleesvervangers op basis van dierlijke ingrediënten relatief slecht zijn voor het klimaat en milieu. Hoe zit het dan met plantaardige vleesvervangers, hoor ik je denken. Die worden toch ook gemaakt op basis van soja? Maar in tegenstelling tot soja uit het Amazonegebied wordt deze soja op een duurzame manier geteeld op akkers, onder andere in Noord-Amerika en in Europa, waaronder steeds vaker in Nederland zelf. Hier lopen dus de koeien.
Maar hier wordt sinds kort niet alleen maar koemelk geproduceerd. Als we dan iets verder lopen, dan zien we eigenlijk hiernaast, dus dan zie je in één picture de transitie die ons bedrijf doormaakt, onze soja voor onze plantaardige melk die we aan het produceren zijn.
Deze soja is dus milieuvriendelijker. Toch betekent het niet dat plantaardige vleesvervangers helemaal niet milieubelastend zijn. Dat komt door het hoge energieverbruik. Sommige plantaardige vleesvervangers hebben namelijk veel bewerking nodig. Op die manier zijn er dus enkele plantaardige vleesvervangers zoals de tofu-boerenkoolburger die qua uitstoot boven het kippetje uitkomen. Maar dit zijn echt uitzonderingen en overall kunnen we dus concluderen dat het beter is voor het milieu om te kiezen voor vleesvervangers dan voor vlees. Over het algemeen zijn plantaardige vleesvervangers op basis van bijvoorbeeld tempé, zeewier en schimmels veel milieuvriendelijker dan vleesvervangers met dierlijke ingrediënten. Dat is dus de key. We moeten steeds meer over naar plantaardige vleesvervangers. Ga je hiernaar op zoek in de supermarkt, dan kun je zo'n plantaardige variant herkennen aan de grote groene V op de verpakking. Daarnaast kan er ook nog op staan veganistisch of 100% plantaardig. Je kan ook kijken waar de ingrediënten vandaan komen. Vaak betekent hoe dichterbij, hoe duurzamer.