Hee, Danielle. Hoi. Zo, wat heb jij een conditie. Dat doe jij vaker, of niet? Ja. Wat doe je allemaal? Hardlopen en wedstrijdzwemmen. Je hebt een vraag over zwemmen. Ja. Wat is jouw vraag? Hoe ik me het best kan voorbereiden op de 10 km. In het open water. En wat ik daarnaast nog meer kan doen. Wacht even. De 10 km in het open water. Wat is dan openwaterzwemmen precies? Wedstrijdzwemmen in het water, bijvoorbeeld in een kanaal. Danielle zwemt dus in meren, rivieren, plassen en kanalen. Dat is veel zwaarder dan zwemmen in een zwembad. Je hebt te maken met koud water, met stromingen en met het weer. En nu wil Danielle 10 km in open water gaan zwemmen. Ik zwem nu mijn tweede seizoen en ik heb al 500 gezwommen...1000, 2 km en 2,5 km. 2,5 km? Ja. Dus dat is 2500 meter. Ja. In het IJsselmeer. Ik heb toevallig afgesproken vandaag met Maarten van der Weijden. Ken je die? Ja. Vind je dat leuk? Ja. Cool, he? Ja. Maarten van der Weijden werd olympisch kampioen openwaterzwemmen 2008. Hallo, Danielle.Dit is Danielle. Hoe is het?Danielle. Goed. Hoe gaat het met jou? Goed. Ga maar even hier staan. Jij hebt een mooi doel, dat je 10 km wil zwemmen? Ja. En je hebt al een heleboel gelopen? Ja. Ik weet niet of dat lopen heel erg gaat helpen. Maar als je je badpak aantrekt, ga ik je wat tips geven. Hoe ben je eigenlijk begonnen met openwaterzwemmen? Ik zwom al wel heel lang in het zwembad eigenlijk. Maar de langste zwembadafstand was voor mij te kort. Dus dan moet je naar het open water. Tada! Yes. Oke, let's go, let's go. Heel goed, hoor. Ik zie een hele mooie, rustige slag. Ik zie dat je veel traint en een mooie techniek hebt. Ik zag je nog wel af en toe naar voren kijken. Ik heb wel een aantal andere tips. Kom het water maar uit, dan doen we eerst wat landoefeningen. Dan gaan we daarna het water weer in. Mag ik ook wat vragen? Ja. Het is best wel koud en ik moet plassen. Hoe doe je dat tijdens het zwemmen, plassen? En ook poepen misschien als dat moet? Nou, dat gebeurde wel een aantal keer. Gelukkig mocht ik het water uit en mocht ik naar de wc toe. Dat mag dan wel? Dat scheelt dan weer. Dan ga je je armen helemaal strekken. En dan helemaal zo ver omhoog als je kunt. En dan buig je iets naar rechts toe. En daarna pakken we hem beet. En dan trekken we hem naar die kant. Kun je het een beetje volhouden? Ja. Voelt het raar aan? Ja. Het lijkt alsof je hele keel als een soort accordeon wordt dichtgedrukt. Hoppa. Smakelijk. Als jij voor een wedstrijd zit, wat eet je dan vaak? Ehm... koolhydraten. Ja, want we hebben koolhydraten nodig voor de energie. Wat zijn koolhydraten? Koolhydraten, dat is waar je lichaam op beweegt. En op zwemt. Dat zijn suikers. Suikers verbrand je alleen heel snel en pasta, dat zijn suikers die langer meegaan. Dus die koolhydraten heb je nodig voor het sporten. Die heb je nodig voor 2 km. Als je straks 10 km wilt heb je nog meer koolhydraten nodig. Natuurlijk zijn groenten altijd gezond. Daarom hebben we lekker tomaatjes. En wat vlees voor de eiwitten, voor je spieren, is ook goed. Wel belangrijk: Vrij mager vlees. Want aan vet heb je tijdens het sporten niet heel veel. Oke. Dan zink je naar de bodem. Ja. Nou, ik zou zeggen: Eet smakelijk. Lekker, toch, Danielle? Ja. Heb je er een beetje trek in? Ja. Mmm, jammie. Mmm, lekker. Stel, als dit een keerpuntboei is… Die zetten we hier neer. En hier vanaf komen we aangezwommen. Ja. Welke lijn zwem jij dan het liefst om die boei heen? Kun je dat met je vinger...Wel iets schuin. En dan ga je er zo strak mogelijk omheen? Ja. Als je er zo strak mogelijk omheen gaat, wat gebeurt er dan vaak? Ehm... dan zwemmen mensen over je heen. Ja, want iedereen wil die kortste weg hebben. Dus iedereen wil hier zwemmen. Dan gaan ze gewoon over je heen? Ja. Duwen en trekken hoort er wel een beetje bij. Ja. Je kunt eens kijken wat er gebeurt als je er niet strak omheen gaat...zoals eigenlijk al die andere meisjes maar dat jij iets meer buiten die boei om zwemt. Maar dan leg je toch een veel langere route af? Dan heb je een langere route, maar niet de energieverspilling van het duwen en trekken omdat je vrij water hebt. Ja. Zullen we als we klaar zijn aan de boot hangen en Jesse erin duwen met z'n badjas aan? Zullen we aan de boot hangen en dan pakken we hem bij zijn badjas. Ik aan de ene kant, jij aan de andere kant. Dan trekken we hem in EEN keer het water in. Ja. Oke. Ja. Zijn we er klaar voor? Drie, twee, een. Go! Hele mooie duik. Kijk ze gaan, kijk ze gaan. En Danielle ligt op kop. Het is toch niet zo dat Maarten van der Weijden, olympisch kampioen gaat verliezen, jongens? Kom eens op. En daar gaan ze om de boei heen. Kijk ze gaan! Kijk ze gaan! Wat een tempo, wat een souplesse. Kijk. Hartstikke goed, Danielle. Danielle, hoe vaak kijk je naar voren in je slag? Vaak. Vaak? Ja. Volgens mij kijk je elke vijf slagen. Ja. Als jij gaat kijken, dan remt dat ook een beetje. Dus je moet ook niet al te vaak kijken. Ik denk wel dat je iets vaker kunt kijken. Maarten, heb jij misschien nog een laatste tip? De cruciale tip die Danielle nodig heeft om de 10 km door te komen. Ja, de cruciale tip is dat er altijd momenten zijn...dat je het heel zwaar gaat hebben. En dan kun je twee dingen doen: Je kunt of stoppen. Dat ga ik niet doen .Of je zegt: Ik ga het gewoon bekijken. Ik ga gewoon door en ik hoop dat het een kilometer later iets beter gaat. Oke, Danielle. Heb je er genoeg aan gehad? Ja. Denk je dat je die 10 km aan kan? Ja. Dan zeg ik: Gaan met die banaan. Ja. En dan zijn we er bijna. Ja? Maar we hebben nog EEN dingetje, denk ik. Ja. Wat dan? Neeeeeee! Ik wist het! Oooohhh. Maar ik heb wel mijn badmuts op.