In de 18de eeuw leefde er in Haarlem een belangrijke en voorname man: Pieter Teyler. Hij had een brede belangstelling voor wetenschap, kunst, natuur, en hij vond dat als je veel wist over mens, dier en aarde, dat dat je gelukkig maakte. Na zijn dood liet Pieter Teyler daarom veel geld na en met dat geld kochten vrienden van hem verzamelingen van fossielen, meetinstrumenten en kunstwerken. Aan het huis van Pieter Teyler is een museum gebouwd waar je nu nog al die verzamelingen uit de 18de eeuw kunt bekijken: het Teyler’s Museum in Haarlem heet het nu. Het oudste museum van Nederland.
U weet veel over de verzamelingen die hier bewaard zijn gebleven hè?
Ja.
Wat ligt hier nou precies?
Nou, hier liggen allemaal fossielen en die werden gevonden, toen ze werden gevonden in de 18de eeuw werd er heel veel onderzoek naar gedaan om meer over de wereld te weten te komen. En daarom hebben we hier ook natuurkundige instrumenten.
Apparaten?
Apparaten, ja, om ook onderzoek te doen naar hoe de wereld in elkaar zat. En veel kunst en boeken natuurlijk waarin alles wat ze vonden werd geschreven. Ja, want iedereen was gewoon razend nieuwsgierig hoe de wereld in elkaar zat in die tijd.
Wat was dit voor een dier?
Dit was de mammoet. Hij werd hier gevonden in Nederland en hij was zó ontzettend groot dat, ja, hij leek wel een beetje op een olifant, de mensen kenden toen al wel de olifant.
In de 18de eeuw was dat hè?
In de 18de eeuw, ja. Maar hij was zó ontzettend groot, 2 tot 3 keer zo groot dan een olifant, en nergens op de wereld bij de ontdekkingsreizen waren ze zo’n soort grote olifant al tegengekomen, dus toen hebben ze gedacht: “ja, hij moet wel uitgestorven zijn”.
Wow! Wat is dit dan voor een dier geweest?
Ja, dit is de mosasaurus ofwel maashagedis, die leefde 70 miljoen jaar geleden.
Een hele tijd terug.
Ja. In de Maas, tenminste, die loopt daar nu, maar dat was toen een zee.
En nu een rivier?
Ja. En dat was, ja, in die tijd leefden er dus in het gebied wat nu Nederland is van zulke grote dieren, want hij was wel 15 meter lang.
Echt, want dit is alleen de kaak?
Dit is alleen nog maar de kaak. Maar die hele middenvitrine, dat is de maashagedis geweest. En hij at zeeschildpadden, dus dan moet je ook wel wat tanden hebben natuurlijk om die aan te kunnen met hun schilden.
Ja. Welke ontdekkingen werden er nou nog meer gedaan in de 18de eeuw?
Nou, ze waren heel erg bezig met van alles te onderzoeken, hoe de wereld in elkaar zat, en daar bouwden ze ook instrumenten voor, meetinstrumenten, om onderzoek mee te kunnen doen zoals deze hele grote elektriseermachine, de grootste elektriseermachine ter wereld.
Wow.
Om te onderzoeken wat statische elektriciteit nou eigenlijk was. Ze kenden dat verschijnsel wel natuurlijk, want als je een kat aait bijvoorbeeld, kan je wel eens een schokje krijgen. Maar ze wisten niet wat het was. Dus ze probeerden met deze machine daarachter te komen. Zelfs Keizer Napoleon had daarvan gehoord, dus die is hier geweest.
Hier, hij heeft hiernaar gekeken?
Hij heeft hiernaar gekeken en ja, hij had dat gehoord en wilde dat wel zien. Maar het was een oktoberdag in 1811, heel erg regenachtig, en helaas is dat niet gelukt.
Toen was hij teleurgesteld?
Hij was vreselijk teleurgesteld. Maar ja, zelfs voor een Keizer kan je het weer niet naar je hand zetten.
Nee. Dit is de kleine versie?
Ja, dat klopt. Zoals je ziet: deze heeft ook twee glazen platen, twee Leidse flessen en de bollen waartussen de vonk overspringt.
En de Leidse flessen, wat zijn dat?
Ja, de Leidse flessen, die vullen zich met die statische elektriciteit, die spanning, en net als bij een fles kan dat dan overlopen en op dat moment zie je alle energie die verzameld was in die fles overslaan in die vonk.
Dat wordt een vonk?
Dat wordt dus echt een grote vonk. Nou, die zal ik eens even laten zien hoe dat er uitziet.
Je gaat bliksem maken?
Ik ga bliksem maken. Kijk, dit is dus een kleine elektriseermachine. Een grote elektriseermachine kan je je voorstellen: dat kan een vonk zijn van 60 centimeter!
Echt?
Ja, dat is ongeveer zeg maar vanaf de ene bol tot hier, ja.
Ja, maar dan ook met echt een waanzinnige knal?
Ja, net als bij bliksem, want wat je daar hoort is de onweer. Dit is maar een heel klein knalletje. En ja, je kunt zien: als je de afstand vergroot, dan doet ie het bij deze dus niet meer, maar bij die grote zou dat dus 60 centimeter kunnen zijn.
Dankzij Pieter Teyler en Teyler’s Museum in Haarlem weten we veel meer over hoe ze toen tegen de wereld aankeken. En weten we veel meer van de wereld zoals die nu is.