Cipier: “We gaan beginnen. Mag je hier met de trap naar boven”.
Rechter: “Goedemorgen meneer Jansen.”.
Cipier: “U mag hier plaatsnemen”.
Rechter: “Gaat u zitten meneer Jansen. Doe dat petje maar even af. U bent Johannes Petrus Jansen? Roepnaam is Johnny?”.
Een strafzaak kent drie partijen. De verdachte, die wordt bijgestaan door een advocaat; de officier van justitie, die de verdachte heeft aangeklaagd en een strafeis stelt; en de rechter, die de rechtszaak leidt en moet beslissen of de verdachte schuldig is, en in dat geval een straf oplegt. Een proces verloopt altijd volgens een aantal vaste stappen.”
Rechter: “Een strafproces begint met het vragen aan de verdachte of hij inderdaad is degene die op papier staat. We vragen naar zijn naam, zijn geboortedatum, controleren eigenlijk of hij daadwerkelijk de verdachte is”.
Advocaat: “En dan is het een heel belangrijk onderdeel dat de rechter de verdachte erop wijst dat hij het recht heeft om te zwijgen, hij heeft het recht om geen antwoord te geven op vragen”.
Rechter: “Meneer Jansen, u heeft tijdens het politieonderzoek geen vragen willen beantwoorden, ook bij de voorgeleiding voor de rechter-commissaris heeft u zicht beroepen op uw zwijgrecht. Wilt u vandaag wel vragen gaan beantwoorden?”
Verdachte: “Nee, ik doe een beroep op mijn zwijgrecht”.
Rechter: “Ok, u wilt helemaal geen vragen beantwoorden?”
Verdachte: “Nee”
Rechter: “Ok, dan ga ik met u doornemen wat er allemaal in het proces-verbaal staat, in het dossier staat. En ik zal u af en toe wel vragen stellen, maar als u geen antwoord wilt geven dan hoeft dat niet, ok?”
Rechter: “Daarna geef ik het woord aan de officier van justitie, die vertelt waarvan de verdachte wordt beschuldigd”.
Rechter: “ Die mevrouw is de Officier van justitie, en die gaat vertellen waarvan u wordt verdacht. Mevrouw de officier”.
Officier van justitie: “Dank u wel voorzitter, leden van de rechtbank. Meneer Jansen wordt ervan verdacht dat hij in de periode maart en april 2013 samen met anderen, in totaal zes keer heeft ingebroken of heeft geprobeerd om in te breken in woningen in de omgeving van Den Haag. En bij twee van die inbraken is ook een auto gestolen”.
Officier van justitie: “Als dat dan gebeurd is, dan gaat de rechter , de voorzitter, bespreken met de verdachte wat er allemaal in het dossier zit”.
Advocaat: “De voorzitter die neemt dan het woord, en die neemt dan de feiten door met de verdachte. Hij houdt alle bewijsmiddelen, of alles wat mogelijk tot bewijs kan dienen, houdt de rechtbank een verdachte voor, en vraagt daarop te reageren.
Nou, een verdachte die mag daarop antwoord geven, maar zoals ik al zei, de verdachte mag zich ook beroepen op zijn zwijgrecht en kan simpelweg zeggen “ik geef geen antwoord”.
Officier van justitie: “Vervolgens is het aan de officier van justitie om zijn requisitoir te houden. En dat betekent dat de officier van justitie vertelt hoe hij tegen de zaak aankijkt, of hij vindt dat de feiten bewezen kunnen worden, of hij vindt dat er een straf moet volgen en zo ja, welke straf dat zou moeten zijn. Dan is het aan de advocaat om daarop te reageren en dat doet hij in zijn pleidooi. Nou, meestal zal de advocaat daarin proberen om het standpunt van zijn cliënt zo goed mogelijk naar voren te brengen.”
Advocaat: “Dat betekent wat mij betreft, wat de verdediging betreft, dat alles wat aan bewijs voorhanden is, op dit moment, uit de telefoontaps, uit de peilbakens en uit de observaties, dat die voor bewijs buiten beschouwing moeten blijven, omdat die onrechtmatige wijze zijn toegepast en dat betekent dat mijn cliënt integraal moet worden vrijgesproken van alle feiten, simpelweg door het ontbreken van wettig bewijs”.
Interview officier van justitie Kirsten Sanders: “Als de advocaat dat heeft gedaan, dan is het mogelijk dat de officier van justitie daarop nog reageert en ook dat nog de advocaat nog een ronde krijgt.”.
Interview rechter Jan van Steen: “En aan het eind van de zitting geeft de verdachte recht op het laatste woord. Hij mag als laatste spreken, wat hij dan nog wil vertellen. Daarna sluit ik de behandeling, dan gaat de rechtbank erover nadenken, en na wee weken doet de rechtbank uitspraak.”
Naast de rechter, de officie van justitie en de advocaat, speelt ook de griffier een belangrijke rol tijdens het strafproces. De griffier maakt aantekeningen van alles wat er tijdens een rechtszaak gezegd wordt en gebeurt, zodat die informatie op een later tijdstip altijd kan worden teruggevonden. En de laatste jaren heeft ook het slachtoffer een steeds belangrijker rol gekregen in het strafproces. Zo heb je als slachtoffer van zware misdrijven spreekrecht. Je kunt dan aan de rechtbank vertellen wat het misdrijf voor jou heeft betekend.