Soms bij helder weer kun je daar Engeland zien liggen. Maar er is een tijd, zo'n 10.000 jaar geleden dat je er gewoon heen kunt lopen. Als het dan warmer wordt dan smelten de ijskappen die in Noord-Europa liggen en stijgt de zeespiegel met zo'n 120 meter. En ontstaan op een zeker moment langs de zandige kust strandwallen en Wassenaar dat daar verderop ligt, dat is gebouwd op meerdere strandwallen.
De hogere delen van de Noordzee zoals de Doggersbank, klaverbank en bruine bank steken nog lang boven het water uit. En ook het zuidelijke deel van de Noordzee blijft lange tijd droog, maar uiteindelijk ontmoeten de zee en het nauw van Calais elkaar en wordt Engeland definitief een eiland. Het ontstaan van de gesloten duinen op de strandwallen blokkeert vervolgens de waterhuishouding in het gebied. Achter de duinen ontstaan daardoor moerassen en waterplassen. In de open vlakte beginnen bomen te groeien. Het groeit zo dicht dat zich een voedselrijke laag ontwikkelt. Zo ontstaat hier een veengebied.
Zoogdieren die gewend zijn om in een warmer klimaat te leven komen naar deze gebieden. Ze worden gevolgd door een jager de mens. Die zoekt de hoger gelegen gedeeltes op om zich te vestigen op zandheuvels bijvoorbeeld, zoals deze donk, de Hazeldonk bij Molenaarsgraaf.
Rond 2800 voor Christus leggen de mensen op de hogere gronden aan de kust akkertjes aan. Greppels worden gegraven om het land te ontwateren. Een eenvoudige ploeg, een eergetouw, wordt gebruikt om het land te bewerken en voren te trekken waar zaden ingestopt worden. Die greppels die graven we nog steeds en dat ploegen doen we ook. Sindsdien is het landschap enorm veranderd en van de eerste akkers en hutten is in het huidige landschap niets meer terug te zien.