Dit is de rechterkant van je hart en dit is de linkerkant. Dit zijn de twee boezems en deze twee noem je kamers. Tussen een boezem en een kamer zitten vliezen, die zijn hier wit. Ze werken als een sluis. Als het bloed van de boezem naar de kamer stroomt, gaan deze sluizen of kleppen open. De andere kant op lukt niet, dan gaan ze dicht. Deze boezem krijgt bloed uit het hele lichaam. En deze krijgt bloed uit de longen. Deze kamer perst het bloed naar de longen toe. En deze perst het bloed door de lichaamsslagader naar alle delen van het lichaam.
Bewegende beelden laten goed zien hoe het hart werkt. Eerst lopen de boezems vol en vervolgens trekken ze samen. Op die manier wordt het bloed in de kamers gepompt. Even later trekken de kamers samen. Het bloed gaat nu het hart weer uit. Intussen lopen de boezems alweer vol en begint alles opnieuw.