De 1, 2, 3, 4, 5 en 6 liepen om de cijferdeur heen. 'Dat kan niet!' Zei de cijferdeur. Misschien moet ik mijn deur maar sluiten. Zo wil ik niet gezien worden door de cijfers. De watervlieg hoorde dat en zei: 'nee, dat kan niet! We hebben 1, 2, 3, 4, 5, 6 cijfers gemaakt.De cijferdeur kan niet dicht. Er zijn nog heel veel cijfers'.
Helaas had de cijferdeur haar sleutel in de rivier gegooid. De watervlieg huilde. 'Alsjeblieft, doe de deur open, alsjeblieft!' Maar de cijferdeur gaf geen antwoord. De watervlieg zwaaide met zijn toverstaf. 'Ja, ik weet het! Ik heb een geweldig idee! Als ik de traptreden goed tel, dan geeft het cijferkasteel mij het cijfer van de schoonheid.'
Voorzichtig liep de watervlieg de trap af. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7. Eindelijk kwam hij in de kamer van de schoonheid. Die hield een prachtige 7 in haar handen. Ze gaf de 7 aan de watervlieg en met haar abracadabra-parfum stuurde ze de watervlieg meteen terug naar de cijferdeur. Met de 7 aaide de watervlieg over de deur. 1, 2, 3, 4, 5, 6 wisten dat ze niet meer bij de deur konden blijven. Ze namen afscheid en begonnen aan een lange reis.