Honderd jaar geleden capituleerde Duitsland in de Eerste Wereldoorlog. Een dag eerder sloeg de Duitse keizer vast op de vlucht. Kijk naar het Nederlandse asiel van één van de aanstichters van de Grote Oorlog.
De Keizer en zijn oorlog, Wilhelm II was beslist niet de enige aanstichter van de strijd. Veel landen hadden boter op hun hoofd, maar hij typeert de totale blindheid waarmee half Europa in die oorlog denderde. De keizer was in 1914 overtuigd dat deze strijd:
Eén: beperkt zou blijven (werd een wereldoorlog);
Twee: Fel maar kort zou zijn (werd een slijtageslag);
En drie: Natuurlijk dat hij hem zou winnen (Duitsland verloor.)
Met dat fatale einde maakte Wilhelm iets mee dat voor een keizer te verbijsterend moet zijn geweest om te bevatten. Niet alleen zijn land lag op de rug: opstanden, revoluties. Hijzelf was er zijn leven niet meer zeker door de woede van zijn onderdanen. Hij werd uitgekotst. Wat doe je dan als keizer? Dat weten we in detail uit deze dagboeken, geschreven door zijn adjudant Sigurd von Ilsemann, de man die zijn meester trouw zou volgen na een laatste vluchtoord: Nederland.
Het besluit is gevallen. De keizer gaat morgenochtend om vijf uur naar Holland. Zij die met de keizer meegaan, moeten onmiddellijk hun ontslag nemen, daar zij als actieve officieren niet over de grens kunnen. Generaal Von Plessen zegt tegen mij: ‘Als u bij de keizer blijft, dan moet het u duidelijk zijn dat u geen beroep meer uitoefent. En dat staat nog te bezien of en wanneer u naar het vaderland kunt terugkeren.’ Later die avond vernam ik dat de keizer persoonlijk de wens te kennen had gegeven dat ik bij hem zou blijven en daarmee stond mijn toekomst vast.
Zondagochtend 10 november 1918, Station Eijsden. De vraag was nu: zou Holland de keizer opnemen? Of zal het dit, uit eigen beweging of onder druk van de Entente, weigeren? Uur na uur verliep, het wachten werd tot een kwelling. De keizer liep met ons het perron op en af. Van alle kanten kwamen mensen toegelopen en steeds weer hoorden men de uitroepen: ‘à kameraad caput ‘of ‘vive la France’. Men zag dreigende vuisten en andere weerzinwekkende blijken van afkeer. Men hoorde foei geroep en er klonk schel gefluit. Het deed mij pijn tot in de ziel voor de arme keizer. Hij liep echter rustig verder op en neer alsof hij niets zag of hoorde.
Eerst kort voor middernacht die dag werden we van de spanning verlost. De eerste drie dagen zou de keizer naar graaf Bentinck in Amerongen gaan en daarna zou een blijvende woonplaats worden aangewezen.
We zijn hier in de vestibule van het huis en hier is de keizer in 1918 in november voor het eerst in het huis gekomen. En dan is dit de eetkamer met mooi damast en glas zaken en prachtig zilver, schitterende bloemen. Dus men moet even de fantasie gebruiken om zich voor te stellen hoe het was. Dus met dit diner veranderde toch de sfeer in huis, voor de toekomst.
Aan het diner namen 26 personen deel. Daarna zat de keizer met de familie tot middernacht aan de haard in de bibliotheek. Hij sprak hoofdzakelijk over de vraag wie schuld had aan de oorlog. Iedereen had bewondering voor de keizer, zoals hij zich beheerste en verborgen hield wat er in hem moest omgaan.
Hier zijn we in de bibliotheek en daar ging na het diner de keizer met mijn overgrootvader converseren. Dat is voor één keer leuk, maar men moet zich voorstellen dat de keizer dus een lange periode aan het hof en in dit huis was. En dat is voor de familie zeker niet makkelijk geweest om elke avond geduld op te brengen om toch de keizer het eerste woord te laten doen.
In augustus 1919 koopt de keizer Huize Doorn. De prijs is 500.000 gulden. Voor de inrichting laat hij meubels, serviezen, glaswerk, kandelaars, vazen, beelden, schilderijen, sierborden, wandtapijten en boeken uit diverse paleizen in Duitsland komen in 59 treinwagons. In mei 1920 verlaat de keizer Amerongen en gaat hij wonen in Doorn.
10 juni, 19 20 Mijn dienst in Doorn is als volgt. ‘s Morgens ga ik met de keizer van kwart voor acht tot tien voor half negen in het park wandelen. Vervolgens is er de door de keizer zelf geleide godsdienstoefening. Na het ontbijt: tuinwerkzaamheden, kappen en zagen van bomen, wegenaanleg, enzovoort. In de laatste tijd zijn er weer veel bomen gesneuveld en de tuinman is daar niet gelukkig mee. Momenteel wordt er gehooid en dat doet de hoge heer bijzonder veel genoegen, zijn kostuum zit onder de vlekken. Na het werk kranten voorlezen en dan middageten. Daarna reed ik terug naar huis in Amerongen, waar ik met kranten en schrijferei steeds genoeg te doen heb. Om zeven uur ga ik dan weer naar Doorn, waar ik ‘s avonds met Zijne Majesteit moet eten. Om de andere dag ben ik ‘s avonds vrij.
22 mei 1928. Ik kan hier niets anders doen dan de keizer de naakte waarheid zeggen en hem beschouwingen uit de pers voorleggen. De tekst in de Kölnische Zeitung waar staat dat het Duitse volk de monarchie niet wil, had ik voor Zijne Majesteit met rood potlood dik onderstreept. Maar de keizer zei dat hij nu juist weer in de belangstelling komt.
Als Adolf Hitler in Duitsland de macht grijpt, blijft de keizer hopen op een terugkeer. Pas halverwege de jaren 30 onderkent ook hij dat hij in Doorn zal eindigen.
Op 82-jarige leeftijd overleed op 4 juni ex-keizer Wilhelm II, die zijn levensavond op Huize Doorn doorbracht. Bij de begrafenisplechtigheid verscheen namens de Führer van het Groot-Duitse Rijk: Rijkscommissaris rijksminister dokter Seyss-Inquart. Ingevolge de wens van de ontslapene werden zijn stoffelijke resten bijgezet in de kapel van het landgoed waar hij zo vaak vertoefde.