In mei 1940 valt Duitsland Nederland binnen. Na vijf dagen vechten worden de Duitsers hier de baas. Het leven wordt steeds zwaarder. Vooral voor de joodse Nederlanders. De Duitsers komen met maatregelen die van de joden aparte mensen maken. Joden mogen niet meer fietsen, mogen niet meer in bepaalde winkels komen. Ook moeten de joden een ster op hun kleding dragen, zodat iedereen kan zien dat ze joods zijn. Maar het wordt nog erger.
De Duitsers haten de joden zo, dat ze hen oppakken en wegvoeren. Er is maar één oplossing. Onderduiken. Je verbergen.
Anne Frank is ook joods. Ze woont met haar familie in Amsterdam. Ook zij duiken onder. Prinsengracht 263. Dit is het kantoor van vader Frank. Niemand weet dat aan de achterkant van dit huis nog een huis staat: het achterhuis. Dit wordt de schuilplaats van de familie.
In het achterhuis houdt Anne een dagboek bij. Anne wil heel graag schrijfster worden. Ze droomde ervan dat haar boek werd uitgegeven. Anne heeft de oorlog niet overleefd. Haar dagboek wel. De onderduikers van het achterhuis worden verraden, en weggevoerd naar het concentratiekamp.
Hier wordt Anne ziek en sterft in maart 1945, een paar maanden voor het einde van de oorlog. Otto, de vader van Anne, die de oorlog wel heeft overleefd, heeft de wens van zijn dochter vervuld. Het dagboek werd uitgegeven. Het is wereldberoemd geworden.