Er was eens een geluksvogel die Hans heette. Ja! En hij was erg tevreden. Toen ontving hij een enorme klomp goud. Dolgelukkig ging hij op weg naar huis. Maar dat goud was nog behoorlijk zwaar! Hans kreeg een idee. Hallo. Hee, hallo daar. Hij ruilde zijn zware goud voor een heel snel paard.
Daar kon hij op rondrijden en hij hoefde niks zwaars te dragen. Geweldig! Hans was tevreden. Wat bof ik toch! Maar…paardrijden was nog best moeilijk! Wat vervelend. Hij kreeg nog een idee. Goedemiddag. Hallo. Hij ruilde het paard voor een koe. Die was niet zo snel, maar die gooide je er ook niet af. En als je dorst hebt, kan je de melk drinken. Wat bof ik toch! De koe was heel aardig, maar… dat melken lukte niet zo goed. Kapot! Zo had Hans ook niks aan die koe. Da’s beter! Ik zeg goedemiddag! Hallo daar. En dus ruilde hij de koe voor een varken. Want van een varken kun je altijd nog in lekkere worstjes maken. Een goede ruil! Wat bof ik toch! Maar hoe maak je eigenlijk worst van een varkentje? Geen idee! Kom mee! Een hele goedenavond. Hoi. Hij ruilde het varken snel voor een gans. Die had veren. Daar kon je een lekker zacht kussen mee vullen. Wat bof ik toch! Maar de gans hield de veren liever zelf. Geen kussen voor Hans. Zeg wacht eens even! Da’s nou jammer. Maar toen ontmoette hij een scharenslijper. Hallo. Dag meneertje. Die maakte botte scharen weer scherp. Hij knipoogde naar Hans. Ik ben toch zo’n bofferd! Als ik geld nodig heb, slijp ik even snel een schaar en hoppa, dan verdien ik een goudstuk. En toen wist Hans wat hij wilde worden. Een scharenslijper! Dus hij ruilde de gans voor de slijpsteen en was heel tevreden. Wat bof ik toch! Maar de steen was heel zwaar. Hans moest even uitrusten en hij had nog dorst ook. Gelukkig was daar een waterput Maar TOEN gebeurde het: plons! En daar ging de steen. Die lag nu op de bodem van de put. En Hans stond met lege handen. Maar hij was niet boos. Welnee! Al zijn zorgen waren voorbij! Geen zware steen om mee te slepen
Geen gans die zijn veren niet kwijt wil. Geen varken, waar hij toch geen worst van kon maken. Geen koe die helemaal geen melk gaf. Geen paard waar hij vanaf viel. En geen loeizware klomp goud. Vandaag heb ik echt geboft!