Zie je die kruimeltaart daar bovenop die berg? Dat lijkt sneeuw. Maar dat is het niet. Het is ijs. Dus het is hard en glad. Ooit viel het wel als sneeuw op de bergtoppen hierachter, die kun je niet zien. Daar viel zo veel sneeuw, dat de onderste sneeuw door de druk van de sneeuw daarboven ijs werd. Het werd samengedrukt, dus het werd ijs. En omdat ijs zo zwaar is, ging het langzaam de bergen afstromen. Dat is een voortdurend proces want er valt nieuwe sneeuw en die wordt ook weer ijs. En zo ontstaat er een soort ijsrivier. Ze noemen dat: een gletsjer. Die gletsjer stroomt nu langzaam de berg af het dal in. Eigenlijk net als een echte rivier, maar dan bevroren. Het gaat heel langzaam hoor, 10 cm. per dag gaat deze gletsjer. Sommige gaan in de zomer bij de steile stukken wel twee meter per dag. Dan denk je misschien dat is toch nog heel langzaam? Ja oke maar dat gaat duizenden jaren door en dan krijg je wat je hier ziet. De gletsjers komen hier van de hogere gebergtes en gaan dan het dal in en dat dal slijt dus ook helemaal uit. Daar, dat dal, dat is helemaal uitgesleten dor een gletsjer. Dus moet je zien wat een kracht dat heeft. Trouwens de meeste valleien in gebergtes zijn ooit gemaakt door gletsjers. En zo’n gletsjer is ook niet zo’n zomaar een ijsstroompje, die daar is wel 400 meter dik. Wauw.