Ik heet Bart. Ik heet Matthijs. We gaan samen met Flip een fruitdrankje maken.
Ja, ik ben vandaag bij Bart en Matthijs en we gaan fruit kopen, heel veel fruit, want we gaan een fruitdrankje maken.
Hallo. Goedemiddag.
Wij komen wat… Wat komen wij kopen? We komen fruit kopen! Sinaasappels. Sinaasappels, ja. Ja, eerst sinaasappels.
Wat willen jullie, willen jullie ze voor de hand of willen jullie ze voor de pers? Wat willen we: persen of willen we ze uit onze hand eten? We gaan een drankje maken, dus we gaan het persen. Ja.
Ons Fruitflipje hè.
Zo, die erbij. En nog één. Goed zo. Ja, nog eentje. Zo, nou hebben we wel genoeg.
Wil Flip nu even helpen?
Ja. Die zien er lekker uit zeg: aardbeitjes! Mmm. En appels, die passen er ook goed bij. Oeh, dat wordt heel lekker! Zo. Nog andere? Nee, dankjewel. Nou hebben we genoeg. Flip, heb jij ook genoeg? Ja, ik heb genoeg!
Goed zo. Nou, dan gaan we het optellen natuurlijk.
Nu moeten we even betalen. Deze, kijken of we nog wat kleins erbij hebben.
Alstublieft mevrouw.
Dankjewel.
Nou jongens, daar gaan we thuis iets lekkers van maken hè.
Ja.
Nou, zal ik het maar dragen, want het is wel een hele zware tas geworden? Ja, dat is te zwaar voor Flip.
En dan kunnen we thuis beginnen aan het fruitdrankje. Mmm, het ruikt al lekker, al dat fruit!
Kijk, ga maar effe helpen. Eerst moeten we het allemaal snijden in kleine stukjes. Dan gaan we een lekker fruithapje maken. De appels doorsnijden. Maar nu is het geen klokhuis. Nee? Nee.
Oeh, voorzichtig met dat scherpe mes!
Misschien wil Flip wil even helpen met snijden?
Ja, dat wil ik wel! Een banaantje erbij. En peren. Mmm, ik mag helpen met persen. Sinaasappelen persen.
Nou, gooi het er maar in.
Zo komt al het sap eruit. Mmm.
Nou, dan een paar stukjes appel erbij.
Nu gaat alles in een machine, nog een beetje erbij. Zo, die nog erbij.
Nou Flip, zet ‘m maar aan. 1, 2… Ja! En de machine maalt alles heel erg fijn. Zo fijn, dat je het kunt drinken.
Nou, dan gaan we het eerst…
Gatsie!
Het fruitsapje is bijna klaar! En… drinken maar! Het ziet er wel een beetje vreemd uit. Ik ben benieuwd hoe het smaakt. Mm, mm, het smaakt apart.
En, hoe smaakt dat?
Heel lekker!
Mjammie, mjammie, mjammie!
Ja?
Ik vind het niet zo echt lekker.
Maar het is heel goed voor je lijf. Nou, dag! Tot de volgende keer!