Adios. Ik ga terug. Ja, sire, wat jammer nou. Ja, ik heb een wereldrijk te besturen, hè. Niet alleen dit kikkerlandje. Ik moet naar mijn paleis. Ja, natuurlijk sire, maar wat zullen we u verschrikkelijk missen… Maar jij zal regeren in mijn naam. En beloof mij, jij bent muy stricto, streng. Ja! Noteer. Heel streng. Gooi de protestanten in de cel. En die ketters op de brandstapel. Maar mag ik vragen, waarom zo streng, sire? Zij zijn goddeloos. Dat weet jij toch? Alleen de katholieken komen in de hemel, de rest in de hel. Maar ik meen mij te herinneren dat uw vader veel makkelijker was. Maar nu ben ik de koning, ja. Dat begrijp je toch wel? Ja, ja. Noteer even: Alle protestanten op de brandstapel. Anders nog, eh... iets? Nee, nee. Dat was het. Maar... Streng! Anders stuur ik mijn troepen en dan piepen zij wel anders. Ja, ja. Nee, inderdaad. Ik zal ze keihard aanpakken, Filips. Muy bien, gelukkig maar. Dan ga ik en ik kom nooit meer terug in dit rotland. Sire, wat jammer nou. Waarom? Altijd die regen, altijd dat geklaag. Altijd die files, altijd overal te vol. Nooit krijg je iemand aan de telefoon, alle mensen zijn brutaal. Bah! Altijd die grote bakkes! M-hm. Nou, ik zou zeggen: vaarwel, Filips. En goeie reis! Ja. Adios. Adios. Eh... Zo, die is weg, hehehe. Gaan we lekker lachen, drinken, vloeken. We gaan precies doen waar we zelf zin in hebben. Hahaha! Dat zag ik! Niet de burgers zijn opstandig, maar gij! Gij! Gij! Hee, maar maar, Filips, wacht nou even. Het was gewoon een grapje, dit. Ik ga echt doen wat jij zegt! Flip?! Flippie?! Flip... Nou, dat wordt nog wat. Laat maar doorkomen.