Hé jongens!
Hai!
Hoi!
Hoi!
Ik ben (…).
Ruben.
Ik ben Hans (…).
Goedendag. Hé, jullie zijn echte Friezen?
Jazeker.
Jazeker.
Ja?
Ja, echte Friezen.
En wat is een echte Fries?
Nou, die kan fierljeppen hè.
Die kan fierljeppen.
Maar wat is fierljeppen precies, wat betekent het?
Ja, dat is met een polsstok zo ver mogelijk proberen te komen en niet in het water vallen.
En niet in het water vallen? Ja, jullie gaan me straks van alles uitleggen, fierljeppen is wel typisch Fries of niet?
Ja, zeker.
Ja?
Het is begonnen met eierzoekers, okay, die moesten van het ene weiland naar het andere weiland en dat deden ze met een stok. En zo staan wij nu hier.
En zijn er nog andere echte typische Friese dingen?
Ja, het kaatsen en het skûtsjesilen.
Skûtsjesilen zijn die enorme schepen toch?
Ja. Ja, van die hele grote schepen met grote zeilen ja.
En qua eten hebben jullie nog iets typisch Fries?
Friese kdumpkes hè?
Oh, dat zijn die koekjes hè?
Ja, dat zijn die hele harde koekjes.
Ze zijn keihard, maar keilekker?
Ja. Ja.
Jazeker.
Echt lekker!
Okay, ik zie daar water. Daar moeten we overheen hè?
Ja, dat is wel de bedoeling.
Maar jullie vertellen net heel leuk: “slootje”, maar dit is toch geen slootje, dat is een meer, dat is hartstikke groot!
Nou, we beginnen eerst hier, met oefenen. Daarna gaan we naar daarachter toe, dat zijn van die kleine jeugdschansjes. Dat is dat je ongeveer 4 meter bij 4 meter heb je dan.
Nou, dat haal je makkelijk!
Ja.
Dat vind ik al 3 meter te lang!
Maar als je het dan goed doet, dan gaan we daar overheen.
Goed, en hoe koud is het water?
Nou, 7 graden of zo?
7 graden ja.
Dus ik zou er maar niet in vallen als ik jou was!
Een goede tip!
Okay.
Nou Ruben, dan gaan we beginnen!
Zo meteen?
Ja, natuurlijk! Kijk: je gaat eerst op het randje staan, pak ‘m maar vast. Dan leg je de stok op je hoofd.
Op mijn hoofd?
Ja, op je hoofd.
Okay.
En dan pakje ‘m boven je hoofd vast. En nu doe je twee passen naar achteren. En dan spring je erin en trek je met je handen trek je jezelf op.
Nou, dat deed je best netjes!
En jij hebt zo’n mooie…?
Ik heb een fietsband om mijn voet. Dit is voor extra grip. Kijk: nu hoef je nog niet te klimmen, maar als we zo meteen over het water gaan, dan kun je wel klimmen en dan heb je extra grip nodig.
Okay, heb ik het al verdiend dat ik een fietsband krijg?
Nou, Wilko?
Ik vind van wel!
Ja. Dat vind ik ook!
Dan doen we ‘m eromheen.
Ja.
En dan gaan we omhoog. Hoe voelt dat?
Nou, strak.
Nou, dat is de bedoeling.
Laatste tips?
Houd de stok goed vast met de landing, want anders kun je ‘m of tegen je kin krijgen of ergens anders, wat ook heel pijnlijk is.
Over ergens anders wat heel erg pijn doet! Okay.
Succes! Toe maar. Doorlopen! Ja, en vasthouden! Ja, goed zo!
Yes! Mijn eerste sloot! Het is een kinderslootje hè?
Ja, het is een kinderslootje.
Het is een kinderslootje, maar ik heb het toch maar gehaald! Alright.
Goed zo!
Nou, daar zijn we dan!
Ja. Die is een stuk hoger hè?
Ja. Maar ik zal eerst nog even voordoen hoe het echt moet.
Okay. Goed, ik ben heel benieuwd. Ik ga heel goed opletten.
Okay, doet dat.
Okay.
Nu mag jij!
Ik weet niet of ik het durf. Serieus. Maar als ik het niet doe, dan heb ik spijt. Okay. Als ik niet genoeg vaart maak…
Dan roep ik heel hard “los!” en dan laat je gewoon los, want hij trekt dat ding wel naar beneden, dat komt allemaal goed.
Ja, maar ik dan?
Nou, dan lig je in het water.
Ik vind het echt eng.
Gewoon goed vaart houden en wat je net ook deed. En ik roep wel wat je moet doen.
Yes! Yes!
Dat was een perfecte supersprong!
Lekker hoor! Hoeh!