Ik houd zo van picknicken, ik heb schik. Ik heb altijd schik, als ik picknick. Vandaar dat ik zo blij ben, als ik weer in een bos of in een wei ben. Je voelt je er zo vrij, je hoort alleen de bijen zoemen. Tussen de mooiste bloemen en de struiken vol met fruit. Ja het ziet er prachtig uit, en het ruikt er ook zo lekker, weet je. Ik eet het liefste buiten op een kleedje. Ik houd niet van picknicken, want ik schrik, want ik schrik altijd. Altijd als ik picknick. Vandaar dat ik nooit blij ben, als ik weer in een bos of in een wei ben. Dan prikt er weer een mier, dan staat er weer een stier te briesen. Dat moet ik weer niesen van de pollen in het gras. En waar doe ik dan mijn plas. Au, die vogel prikt me met zijn snavel. Ik eet het aller, allerliefste binnen aan een tafel.