En zjoef, zjoef, zjoef, zjoef, zjoef, zjoef, zjoef, zjoef, zjoef. En zjoef, zjoef, zjoef, zjoef, zjoef, zjoef, zjoef. En zjoef, zjoef. En zjoef, zjoef. Wat ben jij nou aan het doen Tommie? Ik ben aan het schaatsen Frank, haha! Schaatsen hier rond de tafel? Eh, nee, ik doe een schaatstocht, een hele lange schaatstocht. En zjoef, zjoef, zjoef, zjoef. Oh, ik weet het al, je doet natuurlijk de Elfstedentocht? Dat is het! De Elfsteden? Knap! Oei, ja, ja, de Elfstedentocht! Ja! Haha! Nou, wow zeg hé. Dat is knap hoor! Dat is heel erg moeilijk, dan kan je heel goed schaatsen zeker hè? Dat kan ik ook. Kijk maar. Echt goed schaatsen! Oh ja, ik zie het. Oh, en is het niet verschrikkelijk koud? Heel erg, het is natuurlijk heel koud. Koud hè? Ja. Ssjjjj, ssjjjj. Ik hoor de wind waaien! Ffsssjjjj! Ja, ja, het is ook echt hartstikke koud Frank. Zjoef, zjoef, Houd vol hè, Tom. Houd vol! Zjoef, zjoef. Wow! Wat gebeurt hier nou? Hè, Tommie, die schaatst de Elfstedentocht. Nee! Jazeker! Oh, de Elfstedentocht, nou, maar dat is echt heel erg knap! Zo! Doet hij dit al lang? Hij is vanochtend vroeg begonnen. Nou! Ja, heel vroeg vanochtend. Ja. Zo, nou, dan zal je wel dorst hebben ook en honger? Ja, ja, echt wel. Toch? Ja, ja, dat geloof ik wel. Kijk, dat komt goed uit. Hier, warme chocolademelk. Ah. Ah. Hier en lekkere koek. Oh, daar heb ik ook wel zin in! Hallo, jij hebt toch niet geschaatst? Ja, Frank, je moet echt wel eerst schaatsen natuurlijk. Ja, eerst de Elfstedentocht en dan haal ik voor jou natuurlijk ook koek en warme chocolademelk. Ja. Echt waar? Ook warme chocolademelk? Ja. Ik ga meteen beginnen. Ja, Bolsward, daar gaan we van start! Hé, ho, wat gaan we snel! Ho, ik zie in de verte Sneek al liggen! Ja. Ja, maar Frank, je ging toch naar Elfsteden? Ja. Okay, okay. Ja, jij moet nog een beetje doorschaatsen, Frank! Nou, het is wel vermoeiend. Ho, maar daar zie ik Bartlehiem. Ja! Leuk is schaatsen hè? Ja. Nou. Ja, het is heel leuk! Ga maar lekker eten. Oh. Oh. En wat komt daar aan in de verte? Ja, lekker. Zo. Mmm. Mmm.