♪Hallo daar ben ik weer, ik ben Flip de Beer, bij wie mag ik logeren? Wie is dat deze keer?♪
Hallo allemaal, we gaan iets bouwen! En op de tekening staat hoe het moet.
“Daar staan de staafjes, als de staafjes vallen om dan valt hij tegen dat balletje aan, en dan gaat het door dat stokje heen en dan tegen de auto aan en dan gaat die tegen de ballon aan en dan gaat de ballon lek en dan komt het in het kommetje”
“En dan gaat de auto door de naald en dan gaat de naald door de ballon heen”
Dus eerst moet deze omvallen tegen de bal dan door het staafje en dan tegen de auto en dan gaat die auto rijden en dan prikt ie die ballon lek. Wooohh! Nou als dat lukt.. Dat zou wel heel gaaf zijn.
Ja, we gaan het bouwen natuurlijk. Uhm.. Moet deze hier?
Ooh ja, we hebben een tafeltje nodig
“We hebben een paar extra handen van Flip en ik help met m’n vingers want Flip vind het best wel moeilijk aan de binnekant.”
Ja fijn! We doen het samen. Even kijken, waar moest die ook alweer.. Er op? Ik weet het niet.. Even kijken!
“Hij moet er achter”
Ooh ja, er achter. Gaan we doen, hij moet er achter. Uhm is dat de.. Oh ja, andere achterkant.
Ja, ja. De volgende, wat nu? Wat gaan we doen met die boeken?
Ooh ik snap het, de Boeken zijn de staafjes van de tekening, die moeten omvallen straks.
Karton knippen.. Dat gaat het moeilijk.
Wat is dit nu? Ooh, een plankje voor het balletje. Mooi!
Ooh ja, want de bal moest door een buisje.
“Nu de wc-rollen, ik houd ze gewoon zo vast”
Dit moet je voorzichtig plakken he. De bal moet er goed door heen rollen.
Gaat ie passen? Ja! Hij doet het. Wauw, mooi zeg!
En nu?
“Even kijken, ja.. Met de plakband!”
Ja natuurlijk, het autootje met de prikpen! Want die moet de ballon lek prikken.
Eens kijken, hij moet daar staan. Dan krijgt ie een zetje van de bal en dan schiet ie naar voren.
Maar wat komt er dan in dat bakje? Ooh de ballon natuurlijk, die komt daar straks in. Het is wel veel allemaal.
Nou eerst moeten de boeken, 1,2,3.. Ja, wauw! Mooi zeg! Nou gaan we kijken of ie de ballon lek kan prikken.
“Misschien is dat een limonademachine..”
Limonademachine? 1,2,3.. Hop! Ho, wauwww! Oh nu snap ik het, in de ballon zat limonade! Daarom is het een limonademachine! Wauw en is het lekker?
“Ja!”
Mag ik ook een slokje misschien?
“Ja!”
“Dag tot de volgende keer”