Het zijn de jaren zestig, de Koude Oorlog is in volle gang. Europa is verdeeld in het communistische oosten en het kapitalistische westen. Dat geldt ook voor Berlijn. In het oosten is het leven grauw en sober. In het westen is het leven uitbundiger en vrijer. Via Berlijn proberen veel mensen van oost naar west te vluchten. Om dat te voorkomen bouwt de Oost-Duitse regering in 1961 een muur. Je komt daar niet zo makkelijk overheen, maar wel onderdoor. In deze video zie je hoe daarvoor een tunnel wordt gegraven. Een gevaarlijke onderneming, dus dat vluchten. De dappere Joachim Neumann uit West-Berlijn bedenkt samen met zijn vrienden een list, een tunnel waarmee vluchtelingen kunnen ontsnappen van oost naar west. In een oude bakkerij vlakbij de muur gaan de mannen met een smoes aan de slag. De mannen sluiten zich op in de bakkerij. Dag en nacht werken ze aan de tunnel. Ze zetten veldbedden neer zodat ze kunnen blijven slapen. En ze doen er alles aan om zo weinig mogelijk aandacht te trekken. Aan de andere kant van de tunnel kunnen de Oost-Berlijners niet wachten tot hij af is. Voor Joachim is de tunnel extra belangrijk. Zijn vriendin zit nog aan de andere kant van de muur. Hij wil haar zo snel mogelijk via de tunnel naar het westen halen. Met de geluksmascotte erbij kan er niks meer misgaan. In het oosten wordt een plek gevonden waar de tunnel uitkomt. Het is benauwend om via de tunnel naar de vrijheid te kruipen, helemaal wanneer ze worden ontdekt. Maar hij heeft geen mens gedood. In de jaren negentig komt de waarheid aan het licht als het Stasi dossier wordt geopend. De onderofficier is door het schot van de vierde man weliswaar in de schouder geraakt, maar hij is gedood door een collega die in het donker begon te schieten. Daarna is het klaar met de tunnel. Het is te onveilig om hem te gebruiken. De vluchtelingen die wel ontsnappen zijn er niet zeker van of dat gelukt is. Dit was het verhaal van vluchttunnel 57, genoemd naar het aantal ontsnapte mensen die onder de Berlijnse Muur door naar de vrijheid zijn gekropen.