Ratten eten zo'n beetje alles. Desnoods papier of hout of leer.
Ze knabbelen overal aan. Kijk uit, dat is een elektriciteitskabel. Als dat maar goed gaat. Dat is beter.
Ratten weten precies wat lekker smaakt. Eerst ruiken of het geen rattengif is.
Eentje proeft zelfs voor. Dat is best slim.
Alles oké. Eten maar. Een heleboel eten. Dat wordt snel bekend in de rattenfamilie.
Overal waar mensen wonen, is eten. Hop, hop, hop.
Gewoon je neus achterna.
Wat is er nu aan de hand?
Ach ja, ratten moeten gewoon af en toe bepalen wie de baas is.
Maar als gezin komen ze voor elkaar op.
Ze markeren elkaar met urine en weten zo meteen… dat er een luchtje aan je zit.
Die hechte band is belangrijk voor een rattengezin.
Er worden tenslotte om de zes weken nieuwe broertjes en zusjes geboren.
Eerst zijn ze blind en hulpeloos. Dan heeft de rattenmoeder het druk.
Goed schoonmaken.
Het klinkt ongelooflijk, maar al na drie weken verlaten ze hun nest.
En nog eens drie weken later zijn ze al volwassen.
Ze hebben niet veel tijd om een slimme rat te worden. Die precies weet wat lekker is en wat niet.
Eet smakelijk.