Ik heb een fiets en ook een step,
en ik ben blij dat ik ze heb.
Maar heb ik ze wel nodig,
of zijn ze overbodig?
Je snapt vast wat ik bedoel.
Het is een hele-hele-hele-heleboel.
Ik heb tien knuffels in mijn bed.
Ik heb vier mutsen en een pet.
Maar heb ik ze wel nodig,
of zijn ze overbodig?
Je snapt vast wat ik bedoel.
Het is een hele-hele-hele-heleboel.
Mijn fiets, mijn knuffels en mijn step,
ik ben heel blij dat ik ze heb.
Maar waar het eigenlijk om gaat zijn al mijn vriendjes in de straat.
Want die heb ik wel nodig.
Die zijn niet overbodig.
Je snapt vast wat ik bedoel.
Van zulke vriendjes wil je vast een heleboel.