Dit gaat wel lekker zo. Rotterdam is een overslaghaven. Dat betekent, dat bijna alle spullen die door dit soort grote zeeschepen gebracht worden vanaf hier verder op transport gaan. En dat kan per goederentrein of per vrachtwagen, maar ook met kleinere binnenvaartschepen. Die gaan dan vaak stroomopwaarts de rivier op naar andere plekken. Bijvoorbeeld over de Rijn naar Duitsland. Maar het kan ook andersom: binnenvaartschepen komen hier met spullen, die worden dan overgeslagen bijvoorbeeld op zo’n zeeschip als dit en dan gaat het naar havens over de hele wereld.
Rotterdam is de grootste zeehaven van Europa. Er komen hier grondstoffen aan zoals ijzererts en steenkolen, maar ook spullen, bijvoorbeeld auto’s en televisies; en per jaar gaat het om in totaal ongeveer 430 miljard kilo, onvoorstelbaar veel. En dit hier is een containeroverslag: een gigantisch terrein waar containers aankomen en weer weggaan.
“Dit schip zit vol met containers waarin van alles kan zitten: meubels of wasknijpers, of nou, eten, dat zou zomaar kunnen. En Erik, waar komt dit schip vandaan?”
“Dit schip komt uit Le Havre, Frankrijk.”
“Oke, en weet jij nou wat er in de containers zit?”
“Nee, gelukkig niet.”
“Maar kunnen we niet eentje effe openmaken?
“Niet dat kan niet, want die zitten keurig netjes op slot.”
“Oke, dat gaat niet gebeuren?”
“En dat gaat ook niet gebeuren vandaag.”
“Helaas.
“We zijn nu de containers aan het lossen: van boord aan het halen. Dit hier is een zeeschip, dat heeft die containers aangevoerd. Een deel van die containers gaat straks op een kleiner schip en die brengt ze dan stroomopwaarts over de rivier naar de bestemming. Overal waar je hier kijkt staan containers. Erik, hoe zorgen jullie ervoor dat het geen chaos wordt?”
“Nou, dat wordt allemaal keurig netjes bijgehouden in de computer.”
“Ja, en zo weten jullie waar die vandaan komt en waar die heen moet?”
“Jawel, ja.”