In 1940 viel Hitler met zijn Duitse Leger Nederland binnen. In het begin leek het wel mee te vallen, maar al gauw veranderde het leven van Nederlanders. Het kleine Nederlandse Leger kon de Duitsers niet tegenhouden. En toen de Duitse vliegtuigen de grote stad Rotterdam bombardeerde, werd het een hopeloos gevecht. Nederland gaf zich over en de Koningin, die vluchtte naar Engeland. Duitsers werden nu de baas over Nederlanders en eigenlijk ging het leven gewoon door. De mannen gingen naar hun werk, de kinderen gingen naar school, trams en treinen, die reden gewoon; het leek allemaal wel mee te vallen. Af en toe zag je Duitsers op straat, maar daar hoefde je geen last van te hebben.
Toch bleken die Duitsers helemaal niet zo aardig en na een tijdje werden ze steeds strenger. Je mocht ze niet tegenspreken, je moest doen wat ze zeiden en over de Koningin moest je al helemaal niet praten. Die was immers gevlucht en de Duitsers waren nu de baas.
Sommige Nederlanders bleven hun Koningin toch trouw en heel voorzichtig uitten sommige mensen hun protest tegen de Duitsers. Dat deden ze bijvoorbeeld door hun was op een speciale manier op te hangen: een rood bloesje, een witte broek, een blauwe overall. Je ziet het hè: de Nederlandse Vlag.
Of ze kalkten ’s nachts “O Z O” op de muur: “ook stiekem verzet, want Oranje zal overwinnen”. En dat deden ze allemaal, omdat ze dan hoopten dat de Duitsers weg zouden gaan en verslagen zouden worden. Maar ja, dat gebeurde niet.
Er waren ook Nederlanders die best blij waren met de Duitse Bezetting, ze geloofden namelijk in het machtige Duitsland en ze geloofden in Hitler. En zij waren lid van een politieke partij, die heette: de NSB. En iedereen die daarbij hoorde was NSB’er met hart en ziel. En sommige NSB’ers, die wilden de Duitsers helpen. Als ze zagen dat andere Nederlanders “O Z O” op de muur kalkten, dan vertelden ze dat aan de Duitsers. En als dank voor dat klikken kregen ze geld, thee of sigaretten. En die Nederlanders die hun Koningin trouw bleven, die werden gestraft.
En daarom keken de meeste Nederlanders NSB’ers met de nek aan, ze wilden niets met ze te maken hebben. En kinderen van NSB’ers werden op school gepest en mochten niet meespelen. En voor hen was het dan ook leuker op de Jeugdafdeling van de NSB. “Weest dapper, word Stormer”. Bij de Jeugdstorm kon je leuke dingen doen, het was een club, een soort padvinderij met heel veel zingen, sporten, marcheren. De komst van de Duitsers naar Nederland in 1940 dreef groepen Nederlanders uit elkaar. Veel Nederlanders wilden dat de Duitsers weggingen en anderen, die hielpen ze juist. En je kon niemand meer vertrouwen.