Stel: je staat middenin Amsterdam met je vrienden en je wilt gezellig naar de bioscoop. Dan zul je niet zo snel denken: “ik moet 350 meter naar het Westen en 250 meter naar het Noorden”. Nee, je zult eerder denken: “ik ga een paar steegjes door, 3 grachten over en dan ben ik er wel”. In New York is het allemaal heel anders: daar lopen de straten namelijk keurig recht. Daar is het wel handig om te weten dat je 300 meter naar het Noorden moet en dan 400 meter naar het Westen. Je gebruikt vaak verschillende manieren om te beschrijven waar je heen moet, zonder dat je het door hebt. Soms zeg je hoe ver je naar links moet en dan uiteindelijk weer hoe ver je naar rechts moet. En soms zeg je welke richting je in moet lopen en hoe ver je die richting in moet lopen. Nou, de eerste manier is eigenlijk het allerhandigste in New York, want daar lopen die straten recht. Maar in Amsterdam is de tweede manier weer handig. Waarom? Omdat die binnenstad namelijk bestaat uit allemaal ringen van grachten. Relaxed toch? Maar ja, wat ik ook doe, ik verdwaal toch. Er zijn dus twee manieren om je doel te bereiken. Datzelfde heb je onder de douche. Helaas kun je niet zelf kiezen wat nou de handigste manier is, want dat hangt namelijk helemaal af van welke kraan je hebt. Stel: je hebt zo’n ouderwetse kraan en je hebt hier de warme en hier de koude knop. Dan draai je eerst de warme en daarna de koude knop een klein beetje bij, zodat je die perfecte douchestraal krijgt. Heerlijk toch? De andere kraan is een thermostaatkraan. Daar heb je eigenlijk ook twee knoppen: de ene bepaalt de temperatuur en de andere bepaalt hoe hard het water gaat stromen. Zo krijg je ook die perfecte douchestraal.