Aan de kust van Nederland zijn veel zeehonden. Want ze vinden het een fijne plek om te leven. Maar er lijkt iets aan de hand te zijn. Want dit jaar zijn er meer zeehonden aangespoeld dan in de afgelopen jaren.
“Ik ben hier in de zeehondenopvang. Hier worden aangespoelde zeehonden verzorgd. Ja en dan blijven ze hier natuurlijk niet voor altijd, maar lang genoeg om goed aan te sterken. En zodra het beter met ze gaat gaan ze terug naar zee en op dit moment wonen hier ongeveer dertig zeehonden. Maarre, waar zijn ze eigenlijk? He! Hallo?”
Ja wat een goed lokaas Augusto, die sjaal van jou daar zitten die zeehonden natuurlijk op te wachten! “Ben jij een zeehond?” Duh, wat denk jij dan, een zwemmende reuzenmarmot ofzo?
“We kijken nu uit over de opvang. Is het nu druk?”
“Ja, het is best druk op de opvang er zijn een heel aantal dieren, terwijl we net vorige week 6 hebben losgelaten, teruggebracht naar de Waddenzee. Maar er zijn nog steeds een heel aantal die verzorging nodig hebben.”
“Maar dat zijn er meer dan voorgaande jaren, hoe komt dat?”
“Er zijn er een beetje meer dan vorige jaar, maar dat komt doordat er meer zijn geboren en er zijn een aantal flinke herfststormen geweest en ja, dan gaat het heel vaak met die jongen die net een paar maanden oud zijn, dan gaat het mis.“
“Je zou denken dat als er veel zeehonden worden opgevangen, dat het slecht gaat met de zeehonden.“
“Dat is op dit moment niet aan de hand. Er zijn best veel zeehonden in de Waddenzee, het kan ons nooit genoeg zijn natuurlijk, er mogen er nog wel drie keer zoveel, maar er zijn er vergeleken met een heel jaar geleden best veel zeehonden. En dan krijg je ook meer zeehonden in de opvang.”
Een aantal van de zeehonden hier is ziek. Dat komt voor een deel door de mensen. Want de afvalstoffen die wij in zee lozen, zijn slecht voor de dieren. Door de mens komen allerlei afvalstoffen in zeewater. Daar leven hele kleine zeediertjes die deze stof binnenkrijgen. Zij worden gegeten door grotere zeebeestjes en die zijn weer het voedsel van bijvoorbeeld vissen. Zo komt de vervuiling dus ook in vissen terecht en met elke vis die een zeehond dan weer eet, krijgt hij ook afvalstoffen binnen. En dat is niet goed voor zijn gezondheid.
“Worden hier allen zieke zeehonden verzorgd?”
“Nee, er worden hier allerlei zeehonden verzorgd. We hebben bijvoorbeeld in de opvang nu vrij jonge zeehonden, die zijn een paar maanden oud.
Die hier zwemmen zijn weer hele oude zeehonden, sommige al jaren maar die kunnen niet meer te oud, of ze zijn blind, of ze hebben wat anders, die kunnen niet meer terug naar zee.”
“En soms krijgen we ook huilers. Wat zijn dat?”
“Dat zijn hele jonge zeehondjes die zijn nog helemaal afhankelijk van hun moeder. Ze heten huiler, omdat ze huilen als een baby, die moeten nog moedermelk hebben en zo. Die geven we melk, of vispap en als ze eenmaal weer sterk zijn gaan ze terug naar zee.”
“Dan vinden ze hun moeder toch niet meer?”
“Nee dat gaat heel anders. Na een paar weken zijn ze zelfstandig, gaan ze los van hun moeder eten zoeken.”
“Na een paar weken is het, dag mam, we gaan ervandoor.”
“Deze blijven voorlopig nog wel.“
“Deze blijven lekker hier.”
“Dit is Rob. En Rob is een van de zeehonden die niet meer terug kan naar zee.“
“Waarom kan die niet terug naar zee?”
“Rob heeft vroeger veel te lang bij mensen gewoond die in de film speelden, en dat is de redenen waarom hij niet meer in het wild kan aarden.“
“Hij is niet boos hoor, hij wil alleen aandacht hebben. Hij heeft honger.”
“Zo werkt het.“
De laatste jaren gaat het steeds beter met de zeehonden in Nederland. Nu leven er alles bij elkaar ongeveer 7500 aan onze kust. vroeger was het anders. Toen waren ze bijna uitgestorven. Het opvangen van zieke dieren was toen hard nodig. Maar dat is volgens sommigen nu niet meer zo.
“Ik denk dat het voor de soort in Nederland niet nodig is. Ik denk dat de zeehonden in de Waddenzee het prima doen ook zonder opvang. Wat je wel hebt is dat zeehonden ziek worden en doodgaan, en dat gebeurt gewoon in de natuur.”
Volgens Sophie en veel andere biologen is het beter om je niet al te veel met de natuur te bemoeien.
“Maar moet je de natuur eigenlijk niet gewoon z'n eigen gang laten gaan?”
“Als het allemaal natuur zou zijn, moet je hem z'n gang laten gaan. Maar dat is het, half Nederland is aangelegd en die Waddenzee, het is heel druk met mensen, het is druk met boten, er wordt gevist, er is vervuiling, er wordt met auto's over het strand waar eigenlijk de zeehonden willen liggen. Dus wij bedreigen de zeehonden aan alle kanten. Dus aan de andere kant moeten we hem dan ook een handje helpen door hem op te vangen.“
“Maar met het opvangen neem je de bedreigingen niet weg. En de bedreigingen zijn bijvoorbeeld verstoring en giftige stoffen. Als je de bedreigingen weg wilt nemen, moet je daar naartoe gaan, naar de oorzaken gaan kijken, en het redden van zeehondjes helpt daar niet direct bij.”
Sophie wil natuurlijk ook dat heg goed gaat met de zeehond maar is dus tegen het opvangen. Dat helpt de zeehonden volgens haar niet, en brengt ze zelf in gevaar.
“Als je ze redt, breng je misschien wel nieuwe ziektes in de populaties en een ander gevaar is dat dieren die een kleine afwijking hebben, dat je die redt, en dat je die heel sterk maakt door heel goed eten te geven en heel gezond te maken en die laat je dan vrij en die kan dan kindjes krijgen die dezelfde afwijking hebben.”
Om die redenen is het wel of niet opvangen voor Sophie een heldere keus.
“Het is of die ene zeehond die je dan misschien redt, of de hele groep die je daarmee in gevaar brengt. Dus tussen die twee moet je kiezen en als ik voor die keuze sta, zou ik toch voor de hele groep kiezen.”
Het is trouwens ook niet zo dat Just maar elke aangespoelde zeehond naar zijn opvang wil halen.
“Wat moet ik nou doen als ik een zeehond op het strand zie liggen?“
“Niks, gewoon lekker laten liggen. Wij liggen ook wel eens op het strand, gewoon voor ons plezier. Dat kan bij hem ook zo zijn, misschien is die op zijn broer aan het wachten, of op de rest van zijn familie. Als ie nou een hele tijd daar ligt en hij beweegt niet meer en er is iets, dan moet je ons bellen. Dan komen we kijken of er echt iets aan de hand is en dan nemen we hem mee.”
“Maar als ie gewoon aan het chillen is, is er niks aan de hand.”
“Als ie gewoon ligt te liggen, laat lekker liggen.”
Niet weer de sjaal van je hè. Dat gaat niet werken, ik zeg het je. Ze moeten die sjaal van je niet.
“Ik weet niet hoe het bij jou zit, maar als ik een dier in nood zie, wil ik helpen. Dat gaat automatisch. Er is wel verschil tussen het helpen van de kat van je buren of een wilde zeehond. De buren zijn heel blij als je hun ‘pantertje’ of ‘mitsie’ thuisbrengt, maar in de natuur ligt het toch even iets anders. Door wilde dieren te veel te verzorgen, kun je de natuur in gevaar brengen. Maakt het toch wel erg lastig.”