1 op de 10 Nederlanders leeft onder de armoedegrens. Voor een gezin met twee jonge kinderen ligt die grens bij een inkomen van ongeveer 1.600 Euro per maand. Daar moet dan alles van betaald worden: de huur of hypotheek, gas en licht, eten en drinken, kleding, noem maar op. Mensen kunnen daar niet van rondkomen. Dit is het huishoudboekje van de familie L. Het gezin bestaat uit een moeder en vijf kinderen. Elke maand heeft het gezin 1250 Euro te besteden. Daar gaat bijna 1000 Euro vanaf aan uitgaven.Aan het eind van de maand is er dus maar weinig geld over om eten en kleding te kopen. Daarom gaat de familie elke week naar de voedselbank. “In het begin had ik het er heel moeilijk mee, ik was heel depressief, ik was heel boos, maar later, met God, want ik ben een christen, met bidden en ook met hulp van mijn maatschappelijk werkster, en met mijn huistarts, gaat het nu goed. Maar ik schaam mij niet, maar alleen mijn kinderen hebben er moeite mee. Voor school en vriendinnen, want ze zijn bang dat ze geplaagd zullen worden en zo.”De kinderen van mevrouw L. wilden dan ook niet dat hun moeder en zijzelf herkenbaar in beeld zouden worden gebracht. En dat is wat armoede in Nederland met je doet. Je durft niet op tv, omdat je je schaamt of dat je bang bent om gepest te worden. Je kunt de sportvereniging niet betalen, dus je raakt verveeld en eenzaam. Je gaat niet dood van de honger, maar je hoort er niet meer bij. Om mensen zoals de familie L. te helpen, zijn er de laatste jaren in heel Nederland voedselbanken opgericht. Die voedselbanken worden gerund door vrijwilligers en het voedsel komt van bedrijven. “Je moet je aanmelden altijd via een professionele hulpverlener en die professionele hulpverleners moeten het oppakken en moeten kijken naar de gezinssituatie en kijken hoe die mensen uit die situatie kunnen komen. Ik denk dat je altijd particuliere initiatieven nodig hebt om die mensen die echt zeg maar tussen wal en schip vallen, om die even te helpen”. “Als je ziet wat hier allemaal staat, normaal gesproken zou dat allemaal weggegooid worden, worden vernietigd. Dat is een deel van het verhaal zeg maar, dat je heel weinig hoort rondom de voedselbank. Als je praat over houdbare melk, dat een winkel niet meer houdbare melk wil hebben die nog maar veertien dagen goed is. Want de winkel zegt: die moet nog minstens een half jaar goed zijn, want daar vraagt de consument om”.