Hier vergaderen de leden van de Tweede Kamer. De leden van de Tweede Kamer worden gekozen door alle Nederlanders. Als jouw ouders gaan stemmen, beslissen zij ook mee over wie Nederland gaat regeren. Met al die stemmen kunnen partijen zetels verdienen. Hoe meer stemmen, hoe meer zetels. En die zetels bestaan echt. Dit zijn ze!
In de tweede kamer zijn 150 zetels. Die worden verdeeld over de politieke partijen. Partijen met veel stemmen krijgen veel zetels, partijen met weinig stemmen krijgen weinig of zelfs helemaal geen zetels. Iemand die namens een politieke partij op zo'n zetel zit, noemen we een kamerlid. Een kamerlid mag meebeslissen over de wetten die in Nederland worden gemaakt.
Na de verkiezingen is duidelijk welke partijen er in de Tweede Kamer komen. Nu moet nog beslist worden wie er in de regering komen. De partijen die dat willen, moeten samen de helft van de zetels van de Tweede Kamer hebben, plus één extra. Meestal zal het één partij niet lukken in zijn eentje zoveel zetels te verzamelen. Dus doen de partijen samen.
Kijk, hier zit de regering. De partijen die in de regering zitten mogen ook de ministers aanwijzen. Die hebben allemaal een paar zaken onder hun hoede waar de regering voor moet zorgen. Zo is er een minister voor onderwijs, een minister voor buitenlandse zaken, een minister die voor het geld zorgt... De belangrijkste minister is de minister-president. Hij moet ervoor zorgen dat al die ministers hun werk goed doen.