Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog is er ineens die mysterieuze ziekte. Het veroorzaakt een pandemie. Gevolg 20 miljoen doden wereldwijd in vier maanden tijd, 10 miljoen meer dan in de hele Eerste Wereldoorlog. 30.000 Nederlanders sterven. Vooral in Drenthe eist deze Spaanse griep veel slachtoffers.
Men durfde op een gegeven moment zelfs mekaar hier niet meer begraven. Want als je buurman wat overkomt, en jij gaat ‘m dan begraven, dan voor hetzelfde geld heb jij morgen de griep ook thuis.
Andere Tijden gaat naar Hollandscheveld in Drenthe, waar in de herfst van 1918 geen dag voorbijgaat of er wordt weer een slachtoffer begraven.
Overleden op 10 november 1918: Grietje de Vos, achttien jaar.
Overleden op 11 november 1918: Annigje Evers, acht jaar.
Overleden 12 november 1918: Trijntje Veld, zesentwintig jaar en Jan Kroesen, dertien jaar.
Overleden 13 november 1918: Johanna
Ik herinner mij dat ik uit school kwam en ziek was en in bed werd gestopt en geweldige koortsen gehad heb. En dat er een heel verschrikkelijke nare lucht was in die bedstede waar ik lag. En dat mijn oma kwam, die woonde ook in Hollandscheveld, en die zei: ‘die jongen, die kan daar zo niet liggen’. Ze had zo’n grote fles met Eau de Cologne en die spoot het hele bedstee zo in ‘t rond.
Het was een virus, hè. Je werd erdoor aangepakt en je werd direct doodziek na één of twee dagen. En er stierven ontzaglijk veel mensen.
En aan het Zuideropgaande daar was een kanaal van een kilometer of vier en het is gebeurd dat er vier rouwstoeten achter mekaar in boten door dat kanaal voeren. En dan zaten de buren en de familieleden allemaal op de doodskisten met een grote witte zakdoek in hun handen van verdriet.
We lopen nou naar de plaats waar de mensen begraven zijn die aan de Spaanse griep omgekomen zijn. En dat is een totaal van een stuk of negentig personen die hier begraven zijn, waarvan er 29 in één week begraven werden.
Het leek allemaal zo goed te wezen, want de Eerste Wereldoorlog die was afgelopen. Dus men verwachtte nu: nu kan in ieder geval de economie weer aantrekken en nou is het voedsel weer goed. En dan plotseling dan slaat er een griep toe met een omgang en een dodelijke slagkracht, waar geen mens op gerekend had. Men durfde op een gegeven moment zelfs mekaar hier niet meer te begraven. Want als je buurman wat overkomt, en jij gaat ‘m dan begraven, dan voor hetzelfde geld heb jij morgen de griep ook thuis.
Het ziektebeeld was eigenlijk niet anders dan de gewone griep zoals we die kennen; de winter griep zoals we die elke winter zien. De influenza. Het enige is dat die over het algemeen wat ernstiger verliep en dat je bij nogal wat mensen een hele acute, plotseling optredende longontsteking zag. Waardoor die mensen eigenlijk binnen twee, drie dagen eigenlijk al kwamen te overlijden. Dat was wel vrij typisch. De mensen liepen helemaal blauw aan en gingen dan ook binnen zo'n korte tijd dood.
De dokter, die was dokter Broekhof, en was vanuit Urk in Drenthe terecht gekomen. Eerst in Nieuw-Amsterdam en later in Hollandscheveld. En dan kwam hij kijken en zei hij: ‘Nou als er niets bijkomt, misschien haalt hij het.’ Want het gebeurde ook dat dat er een longontsteking bijkwam en dan was het helemaal verloren. Wan mensen met longontsteking die de negende dag niet haalden, gingen haast allemaal dood. En dan die vrouwen die in die wijken woonden, die waren nieuwsgierig. En dan kwamen ze uit hun wijk vandaan met een boot en zeiden dan: ‘Dokter, hoe is het met Jan?’ En dan zei hij: ‘Jan gaat de kuil in’. Dat was een beetje hard, maar hij had het allang gezien dat er niks meer aan te doen was.
Er is hier één oude vrouw geweest die vier grote zonen heeft moeten begraven. En dat was in een kwestie van een anderhalve week tijd.
Ja, er was eigenlijk niks tegen te doen. D’r gingen adviezen uit met betrekking tot de algemene hygiëne, is natuurlijk belangrijk. Ook het goed ventileren van ruimten, het niet met grote aantallen mensen bij elkaar komen. Dat waren al algemene adviezen die wel wat zoden aan de dijk gezet hebben. Maar heel concreet: eigenlijk was er helemaal niks wat je ertegen kon doen, anders dan die die die maatregelen die ik net noemde. Het is wel zo dat er nogal wat mensen hebben geprobeerd een slaatje eruit te slaan. Dus daar waren advertenties van abdijsiropen en allerlei andere, zeg maar, kwakzalversmiddelen die verkocht werden op grote schaal om je te behoeden tegen influenza. En ja, dat hielp natuurlijk helemaal niet. En gelukkig zijn wat dat betreft nu een heel eind verder.
Er was hier een ploegje gemeentearbeiders, die zijn als ondersteuning van de grafdelvers aan het werk gegaan, en haalden her en der de kisten uit de woning. En het was vroeger de vaste gewoonte om, als ik als drager een begrafenis leidt, even een borreltje te drinken voor het goed fatsoen. Men had ook nog het gevoel van een borrel desinfecteert, dus misschien krijg ik dan die griep niet. Nou, die die grafdelver die ik erover gesproken heb, die dus een noodgrafdelver was, die zei: ‘Op het end van de dag wisten we niet meer wie we begraven hadden, maar ook niet waar we ze begraven hadden.’ We waren gewoon hartstikke laveloos. Op zo'n manier had men toch het idee, misschien overkomt het ons dus niet.
Hoe heeft die ziekte zich verspreid over de wereld?
Niet anders dan zoals Influenza zich altijd verspreidt, gewoon doordat mensen elkaar aanhoesten. Dan is het natuurlijk zo geweest dat in 1918 er natuurlijk sprake was van een hele speciale situatie. Enorm veel verplaatsingen van mensen, van groepen mensen: troepenverplaatsingen. Het interessante is dat we praten over de Spaanse griep. Maar de ziekte is eigenlijk al eerder gezien in Amerika en zowel bij mensen als bij varkens ja, in 1918. Waar die oorspronkelijk vandaan gekomen is, weten we niet zeker. Maar die ziekte is dus in feite van mens op mens over de hele wereld rondgegaan. En met name die oorlogshandelingen hebben ervoor gezorgd, die troepenverplaatsingen, dat het virus vrij snel op verschillende plaatsen werd uitgezaaid, zeg maar.
Wie was nou de eerste slachtoffer van Spaanse griep hier in de omgeving? Nou echt helemaal zeker weten we niet. Maar één van de eersten dat was Roelof Schokker. Dat was een schippersknecht die toentertijd in militaire dienst zat en als soldaat ziek naar huis gekomen is. En die is overleden op 9 november 1918.
We weten niet waarom die griep zo heftig was. Het heeft wel te maken met het feit dat er een nieuw virus uit de vogelwereld bij de mens geïntroduceerd werd, een nieuw influenzavirus. En ja, waarom dan dat virus zo verschrikkelijk gevaarlijk was? Dat heeft ongetwijfeld met het virus zelf te maken. Daar doen we heel druk onderzoek naar om te kijken, wat zijn nou die factoren - genetische, de erfelijke factoren - die zo'n virus zo verschrikkelijk gevaarlijk maken? Maar een ander punt is ook dat dat virus, een virus van dat type nog niet eerder bij de mens was geweest. Ja, dat betekent dus dat er bij de mens in feite over de hele wereld nog geen afweer tegen dat soort virussen bestond.
En de beste medicatie, dat weet ik van bij mijn grootvader thuis, waar op een gegeven moment kinderen ziek waren. En de arts die kwam langs en die keek eens in de potten wat daar op het vuur stond. En die zei van: ‘Jong, zolang als jij je kinderen dat kunt geven, dan kun je ze de misschien doorhalen.’ Dat was eigenlijk de beste medicatie: goed eten, aansterken. Alleen dat moest je vooraf doen, want als je die griep één keer had, dan had je de tijd er niet meer voor. Dan kon het in twee dagen gebeurd wezen.
En wie kreeg die griep?
Nou, veelal mensen in de kracht van hun leven. Bij ons woonde vlakbij een bakker aan weerskanten van het bruggetje. En die bakker stierf en was toen een jaar of 45. En de knecht was nog tien jaar jonger en die stierf ook. En die vader heette Ten Hoeve en de knecht heette Hendrik Hartold. Ik weet die namen nog altijd goed, want twee doden in één huis was veel.
Nou, het gaf een ontzettende shockeffect. Want zoveel sterfgevallen in zo’n korte tijd, daar was men niet op voorbereid. Dat had men niet verwacht. Het kwam letterlijk uit de lucht vallen.
En ja, je moest het maar zien te redden met mekaar. Veel ziekte, veel arbeidsdagen die verloren gingen omdat je burenplicht moest nakomen. Maar daarin ook de paniek van durven wij dat wel aan en krijgen we zelf de ziekte?
Kan het terugkomen de Spaanse griep, dat virus?
Wereldwijd? Dat kan ik me heel goed voorstellen. Ik zie geen enkele reden om aan te nemen dat het onmogelijk is, dat zo'n zelfde soort virus of een virus met dezelfde mogelijkheden om mensen ziek te maken en zich over de hele wereld te verspreiden… Ik zie geen enkele reden om aan te nemen dat dat niet zou kunnen gebeuren.