Voor een olifant is zijn slurf ontzettend belangrijk. Hij is zo groot dat hij zonder slurf niet bij zijn eten zou kunnen. Dat komt omdat hij met zijn poten niets kan vasthouden of optillen. Zijn poten dienen alleen om zijn zware lichaam te dragen. Een olifant kan met zijn slurf ook groeten.
Volgens mij wil ze weten of ik iets voor haar heb meegenomen. Haar naam is Franziska. Ik geef haar een meloen. Die verdwijnt razendsnel in haar keelgat. Daar is Zella, ze komt uit Azië. Ze is een Indiase olifant en dat is haar oppasser, Volker Scholl. Hij laat zien wat Zella allemaal kan met haar slurf. De slurf is heel belangrijk. Kijk maar hoe snel ze de pompoen ermee in stukken kan breken. Olifanten kunnen niet zo goed zien.
Zella heeft haar slurf dus ook nodig om dingen te voelen. Ze kan er zelfs hele kleine dingen mee voelen, zoals pinda’s. Met de ‘vinger’ die aan het uiteinde van haar slurf zit, kan ze dingen echt vastgrijpen. Bijna net zoals je met een hand zou doen. Soms verstopt Volker dingen. Op die manier kan Zella er goed mee oefenen hoe ze haar slurf moet gebruiken. Ze moet enorm haar best doen om alle appels te pakken.
Maar de manier waarop olifanten drinken, is pas echt komisch. Ze vullen hun slurf met water en sproeien dat in hun bek. Hé, sproei me niet helemaal nat!