Dit kleine diertje draagt zijn huis mee op zijn rug! Jawel: de slak!
Slakken leven in het gras, in tuinen en parken.
Dit slakkenhuis is bruin en spiraalvormig.
De slak daagt het zijn hele leven met zich mee.
Zijn lichaam is niet meer dan een hoofd en een voet.
Op zijn hoofd heeft hij twee voelsprieten.
Die kan hij intrekken, als hij dat wil.
Aan het eind van de lange voelsprieten zitten zijn ogen.
Kijk, ze zien er uit als kleine belletjes.
In die kleine mond zitten wel een heleboel tandjes!
Meneer de slak, gaat u ook naar de tandarts?
Of eet u alleen maar kruiden, groenten en fruit?
En maakt het u dan uit of uw eten vers is?
Het lijkt alsof de slak over de grond glijdt.
Maar in werkelijkheid duwt hij zichzelf vooruit...
over de slijmlaag die hij uitscheidt.
Dat laat natuurlijk wel een spoor achter.
De slak is een van de traagste dieren in het dierenrijk.
Dus hij gebruikt graag het spoor van een andere slak.
zodat hij wat sneller gaat.
Het lijkt wel of ze van de glijbaan gaan!
Ze gebruiken hetzelfde spoor. Dat schiet lekker op!
Kijk eens hoe sterk hij is? Hij trekt aan de sla.
Nou, dat moet wel erg lekker zijn. Kijk ze smullen!
Als slakken elkaar versieren, lijkt het wel of ze aan het zoenen zijn met hun voelsprieten.
Dan graaft de slak een kuiltje en legt daar heel veel eitjes in.
Daar komen dan hele schattige kleine slakjes uit.
Deze klimt bovenop zijn moeder.
Dat vinden ze duidelijk leuk en ze zijn dan ook graag in elkaars gezelschap.
Deze twee hebben net kennis gemaakt en doen een high five met hun voelsprieten!
De slak kan niet erg goed zien.
Dus de voelsprieten zijn erg handig.
Daarmee kan hij voelen en ruiken, om zo bij de sla te komen.
Maar waarom heeft een slak nou een huisje?
Om zich in te verstoppen!
Als hij slaapt verdwijnt hij er helemaal in. Niemand die 'm ziet.
's Nachts en als het geregend heeft, komt de slak tevoorschijn en gaat op zoek naar voedsel.
Van een dunne grasspriet tot bovenop de tuinmuur.
De slak komt overal!
Alleen... niet erg snel.
Ach, hij valt!
Nu zit hij lekker binnen. Laat die sneeuw maar komen!