Pjotr Iljits Tsjaikovski was de eerste fulltime professionele Russische componist. Hij is vooral bekend van zijn balletten. Zo schreef hij de muziek voor Doornroosje, het Zwanenmeer en de Notenkraker, waar deze kraker uit afkomstig is. Kleine Pjotr kreeg al op 4-jarige leeftijd zijn eerste muzieklessen van een Franse gouvernante. Ondanks zijn talent werd hij toch naar een kostschool gestuurd om jurist te worden. In Rusland kon je met een muzikale opleiding namelijk alleen maar leraar of musicus in een theater worden, beroepen die dezelfde lage sociale status hadden als prostituee. Na zijn opleiding ging Tsjaikovsjki aan de slag als ambtenaar maar na drie jaar was hij het zat. Hij nam ontslag en meldde zich aan bij het conservatorium. Net als veel andere beroemde componisten had Tsjaikovski een turbulent liefdesleven. Hij verloofde zich onder andere met de Belgische sopraan en wereldster Désirée Artôt, mar deze relatie kwam abrupt tot een einde. Zonder het aan Tsjaikovski te vertellen trouwde Artôt ineens met een jonge Spaanse bariton uit het gezelschap waar ze mee rondtoerde. Daarna stortte Tsjaikovski zich op de mannen. Hij werd verliefd op de student Joseph Kotek. Maar toen ook Joseph vreemdging beëindigde Tsjaikovski de relatie. Na Kotek werd het nog gekker. Zijn studente Antonina Miliukova begon hem brieven te schrijven waarin ze zelfmoord dreigde te plegen als Tsjaikovski niet met haar trouwde. Ondanks deze solide basis van liefde en geluk werd het geen gelukkig huwelijk. Twee maanden na de trouwdag ging het stel alweer uit elkaar. In deze periode schreef hij zijn balletten. De dans van de kleine zwaantjes kent iedereen. En de stervende zwaan natuurlijk. Over zijn dood is een hoop onduidelijk. Officieel overlijdt hij op 53-jarige leeftijd aan cholera, maar in 1970 dook er een spannender theorie op. Kort voor zijn dood zou hij zijn betrapt in bed met een man. Oud-collega’s uit de juridische wereld droegen Tsjaikovski daarna in een tribunaal van eer op om zelfmoord te plegen.