Het Rijksmuseum is gestart met de grootste restauratie ooit: de restauratie van de Nachtwacht van Rembrandt. De nieuwste technologie wordt hierbij gebruikt. Maar waar moet je eigenlijk naar kijken als je met zo’n restauratie begint? Voor mij is restauratie het mooiste vak wat er bestaat. Je komt heel dicht bij een kunstwerk. Je ziet veel meer dan wat een gewone bezoeker ziet. En zeker als je aan een 17e-eeuws schilderij van Rembrandt werkt is het bijna alsof je heel dicht in de buurt van Rembrandt komt en daarnaast is het heel belangrijk dat je goed nadenkt over elke stap die je gaat zetten. Dus je moet heel erg met je hoofd werken maar tegelijkertijd mag je dat ook met je handen uitvoeren. Dus dat maakt voor mij restauratie een heel mooi vak. Als restaurator kijk je heel anders naar een schilderij voordat je gaat restaureren. Je let heel erg op de conditie van het schilderij. Want zo’n schilderij is vier eeuwen oud en het ziet er niet meer precies zo uit als toen het het atlier van Rembrandt verliet. Dus ik let er heel erg op: wat is er eigenlijk aan de hand met het schilderij? Je ziet bijvoorbeeld boven het hondje een beetje wittige waas en ook het hondje zelf kan je niet heel duidelijk zijn. Dus straks tijdens het onderzoek willen we goed begrijpen wat die witte waas is. Tijdens het onderzoek bekijken we ook de restauraties die voor ons zijn uitgevoerd. In de jaren 70 is het schilderij aangevallen met een mes. En toen hebben ze die messteken aan elkaar geplakt en gerestaureerd. En als je vandaag de dag heel goed kijkt, bijvoorbeeld in de broek van Banning-Cock zie je net boven zijn kruis een horizontale streep, dan zijn die snedes weer beter zichtbaar geworden. En wij willen graag dat ze onzichtbaar zijn en niet zichtbaar zijn voor het publiek. De restauratie van de Nachtwacht is anders omdat we het voor het publiek gaan doen. Normaal doen we het in het atelier waar geen bezoekers mogen komen. Maar nu gaan we hier in de Nachtwachtzaal restaureren. Er wordt een glazenhuis om de Nachtwacht geplaatst en daarin gaan wij werken en dan kan het publiek meekijken met wat we gaan doen. Wat ook nog een verschil is, is dat we rekening moeten houden met het publiek. Als ik hier in het atelier werk heb ik en afzuiging die ervoor zorgt dat ik geen last krijg van de oplosmiddelen. En misschien kunnen we bepaalde oplosmiddelen wel niet gebruiken omdat ze gevaarlijk zijn voor het publiek. Verder zijn er bepaalde onderzoektechnieken waarvoor het helemaal donker moet zijn in de ruimte, zodat we die goed kunnen uitvoeren en daar kan natuurlijk ook geen publiek bij zijn. Het is ontzettend bijzonder om straks aan de Nachtwacht te gaan werken en het is een grote eer dat ik dat mag doen samen met een team van restauratoren, onderzoekers en conservatoren. En tegelijkertijd is het heel spannend m aan zo’n wereldberoemd kunstwerk te gaan werken. En ik heb er ontzettend veel zin om straks zo dicht bij het kunstwerk te gaan komen en veel meer te gaan zien dan wat je vanaf hier kan zien. Dus ik kan niet wachten om straks te gaan beginnen met de restauratie.