Nederland is een pluriforme samenleving, zo’n 20 procent van de Nederlandse bevolking is allochtoon. Dat ben je als ten minste een van je ouders niet in Nederland is geboren. Daar horen dus ook Belgen, Duitsers, Engelsen en andere westerse allochtonen bij.Als het gaat om integratieproblemen, dan gaat het meestal over niet-westerse allochtonen. Dat is ongeveer 11% van de Nederlandse bevolking: 2,3% is Turks; 2,1% is van Marokkaanse afkomst; 2,1% is Surinaams; 0,8% komt van de Nederlandse Antillen en Aruba; en 3,7% komt uit andere niet-westerse landen. Nadia Bouras: “Het wordt problematisch als mensen het gevoel hebben dat ze extra hun best moeten doen, of dat ze meer moeten investeren, meer moeten doen om te laten zien dat ze juist geen allochtoon zijn. Als mensen zich belemmerd voelen door dat begrip. Dan moet je je afvragen: moeten we deze begrippen nog wel gebruiken?” Eberhard van der Laan: “Ik ben nooit een voorstander geweest van de terminologie allochtoon - autochtoon, Want dat legt het accent erop dat iemand niet van hier komt. Allochtoon betekent namelijk: niet van hier. Ik vind dat als je echt wilt integreren, samen, dan moet je er niet geïnteresseerd in zijn dat hij niet van hier komt, dan moet je er geïnteresseerd in zijn dat er hier bij wil horen”. Maar – erbij horen valt niet mee. Want in sociaaleconomisch opzicht hebben niet-westerse allochtonen het een stuk slechter dan autochtone Nederlanders. Ze verdienen minder, zijn vaker werkloos en wonen vaak in slechte wijken. Niet-westerse allochtone jongeren lopen een groter risico om in de criminaliteit terecht te komen.Voor die achterstandspositie zijn twee redenen: positietoewijzing. Dit heeft te maken met het beeld dat een samenleving van een bepaalde groep heeft. Stereotypen spelen hierbij een belangrijke rol. Een stereotype is een overdreven beeld van een groep mensen dat niet klopt met de werkelijkheid. Voorbeelden van stereotypen zijn “Belgen zijn dom” en ‘alle Marokkaanse jongeren zijn crimineel’. Stereotypen leiden tot vooroordelen. Een vooroordeel is een bewuste mening die niet is gebaseerd op feiten. Een tweede reden voor de achterstand van niet-westerse allochtonen is positieverwerving. Positieverwerving is alles wat allochtonen zelf kunnen en moeten doen om een plek in de Nederlandse samenleving te vinden. Vooral voor jongeren is het belangrijk dat ze de taal leren en een goede opleiding krijgen. Want dat is de beste manier om hogerop te komen. Eberhard van der Laan: “Als iemand de taal niet leert, dan kan hij helemaal niet meedoen. Dan kan hij zelf niet meedoen, maar wat ik eigenlijk nog erger vindt: dan brengt hij ook zijn kindertjes naar de lagere school op vierjarige leeftijd met gemiddeld, dat blijkt uit onderzoek, twee jaar taalachterstand op andere kindertjes die daar worden afgeleverd. Dat haalt zo’n kindje nooit meer in. Dan is het dus niet gek dat zijn kans in de statistiek om te gaan spijbelen twee keer zo groot is, de kans dat hij geen werk vindt drie keer zo groot is en de kans dat hij in aanraking komt met politie en justitie vijf keer zo groot is.”