In 1939 is er in Nederland veel werkloosheid. Een op de 8 mannen heeft geen baan. Veel gezinnen wonen in slechte huizen. Ze zijn arm en hebben honger. De regering heeft grote moeite om alle werklozen aan het werk te krijgen. Veel Nederlanders geloven niet meer dat de regering de crisis kan oplossen. Zij hebben hun hoop dan ook gevestigd op een andere nieuwe politieke beweging: de NSB, de Nationaal Socialistische Beweging.
Deur dicht, het tocht! Goed volk. Kijk ‘s, dan kunnen jullie weer een tijdje vooruit. O nee, dat kunnen we echt niet aannemen. Moeder, kijk! Victoria biscuits en Rinse Appelsiroop. Dankjewel! Je hoeft mij niet te bedanken, hoor. Maar de NSB. De NSB! Alleen die kan ons land nog redden! Want die denkt niet alleen aan zichzelf, zoals alle andere partijen. De NSB wil juist het beste voor Nederland.
En er zijn tienduizenden mensen die dat ook vinden. Vrouwen en mannen, arm en rijk, jong en oud, arbeiders, directeuren, allemaal geloven ze in de NSB. En dit is Anton Mussert, de leider van de NSB. En allemaal geloven ze dat Mussert het land zal redden.