IJsberen zijn zoogdieren die leven in de koude gebieden op en rond de Noordpool. Ze kunnen tussen de 2 en 3,5 meter lang en 1,5 meter hoog worden en daarmee zij ze de grootste op het land levende vleeseters. De mannetjes kunnen wel 700 kilogram wegen.
IJsberen kunnen goed zwemmen. De voorpoten gebruiken ze als peddels terwijl de achterpoten als roer dienen. Bij het zwemmen zijn neusgaten dicht en de ogen open. IJsberen kunnen ook onder water zwemmen ze kunnen dit 2 minuten lang, zonder opnieuw adem te halen, uithouden. Tijdens het zwemmen worden alleen de lange haren nat, de dichte vacht daaronder blijft droog.
Als hij uit het water komt hoeft hij alleen het water van zich af te schudden. De ijsbeer is een echt roofdier dat alleen vlees eet. In de natuur eet hij vooral zeehonden. Met zijn sterke poten en scherpe nagels slaat hij de zeehond met een harde klap dood. In de dierentuin eten ze vooral vis.
Op de voetzool van de ijsbeer zitten een heleboel kleine kussentjes. Hierdoor houdt hij goed grip op het ijs waardoor hij niet snel uitglijdt. Bij het rennen kan hij een snelheid van wel 40 kilometer per uur halen.