Ik ben Els Borst, ik ben enig kind en ik ben opgegroeid in Amsterdam. Op school had ik het prima naar mijn zin, alles was prettig, tot ik 8 jaar was en de oorlog uitbrak.
Hitler wilde baas worden van heel Europa. Eerst vecht Nederland nog een tijdje terug. Maar als door grote bommen bijna heel Rotterdam verwoest wordt, geeft Nederland het op. Het Leger van Adolf Hitler is te sterk. Nazi Duitsland wordt voor vijf jaar de baas in Nederland.
De oorlog duurde vijf jaar, hoe ging het leven verder in die jaren?
Het werd steeds moeilijker en eigenlijk voor iemand als ik die niet bedreigd werd, werd het pas echt moeilijk in die allerlaatste winter. De winter van ’44 op ’45, de zogenaamde Hongerwinter, die heb ik hier in Amsterdam grotendeels doorgebracht. De laatste weken op een boerderij, maar ik moest ook naar de boerderij vanwege de honger. Wij hadden zó weinig te eten, we hadden een rantsoen waar je eigenlijk, ja, niet van leven kon als meisje in de groei. En het ging dus gewoon slecht met mij en ik had de hele dag honger, dat herinner ik me nog.
Want wat is dat, een rantsoen?
Er waren bonnen. Je kreeg bonnen en op die bonnen kon je dan wat brood kopen, wat aardappelen, een beetje margarine. Dingen als suikers bijvoorbeeld, dat was er al helemaal niet meer. Mijn moeder maakte ook van tulpenbollen koekjes, gewoon uit nood geboren en die vond ik nog lekker ook! Ja, het was sappelen en toch had je de hele dag nog honger.