Wie doet hier eigenlijk wat? Het Metropole-orkest bestaat uit veel verschillende muzikanten. Ze hebben allemaal hun eigen taak en een vaste plek. Laten we eens gaan kijken naar de harp. De plek van de harpist is eigenlijk een beetje weggemoffeld, ergens aan de zijkant. Dat komt doordat de harp niet echt bij een groep hoort. In de prehistorie gebruikten mensen jachtbogen als instrument maar dan heb je maar een snaar. Dus om meerdere tonen te krijgen maakten ze meerdere bogen bij elkaar en zo ontstond de harp! Het is dan ook een snaarinstrument, dat zie je zo. Het lijkt een beetje op een vleugel. Kijk, daar zitten ook snaren in. De har is eigenlijk een vleugel op zijn kant alleen worden de snaren niet aangeslagen door een toets maar door je vingers. De snaren gaan trillen en produceren een bepaalde toon. De snaren zijn niet allemaal hetzelfde. Er zijn lange en dikke snaren, die zorgen voor de lage tonen en dan zijn er korte lange snaren en die zorgen voor de hoge tonen. Prachtig. Maar er bestaan meer dan deze 47 tonen. Tonen die bijvoorbeeld tussen deze en deze snaar in zitten. En om die tonen toch op de harp te krijgen zijn er hulpmiddelen op de harp gezet. Zeven pedalen met elk drie standen. Zo kan de harpiste elke toonsoort op de harp pelen. Wat dan nog opvalt zijn de kleuren van de snaren. Dat is om de harpist een beetje te helpen waar de tonen zitten. Elke rode snaar is wat ze noemen een C. Van rode snaar naar rode snaar is toonladder C oftewel de witte toetsen van een piano.