Vroeger waren eigenlijk alle bossen in Europa productiebossen. De mensen hakten de bomen om voor eigen gebruik. Van het hout bouwden ze hun huis en de takken werden gebruikt als brandstof om te koken. In de meeste landen mag dat niet meer. Het is ook eigenlijk niet meer nodig. We hebben gas om te koken. Elektriciteit voor licht en beton en steen om huizen te bouwen.
Tegenwoordig worden de bossen meestal gebruikt voor recreatie en voor de natuur. Gewoon lekker wandelen, verstoppertje spelen, boompje klimmen. Die bomen beschermen de bodem. De takken en de bladeren remmen de neerslag af, zodat die niet te hard op de grond klettert en de bodem beschadigd. En de wortels van de bomen houden de grond vast zodat die niet kan wegspoelen. En dat is maar goed ook, want zonder de vruchtbare bovenlaag kunnen er geen andere planten of bomen groeien en zou het bos verdwijnen.