Bruine beren zijn grote, stevig gebouwde dieren en worden ongeveer 25 jaar oud. De vacht is meestal bruin van kleur, maar kan ook donkerblond of zelfs zwart zijn. Ogen en oren zijn klein. Ze kunnen dan ook niet zo goed kijken en horen. Ze hebben wel een grote neus, waarmee ze zeer goed kunnen ruiken.
Bruine beren eten van alles. Hoofdzakelijk eten ze plantaardig voedsel al zaden, noten, wortels en knollen. Soms eten ze ook insecten, vissen en kleine zoogdieren. Hoewel beren planten eten, horen ze tot de vleeseters of carnivoren. Ze hebben scherpe tanden en sterke kaken. Vooral hun hoektanden zijn indrukwekkend groot. Ze hebben geen scherpe knipkiezen maar knobbelkiezen waar ze de planten goed mee kunnen fijnmalen.
Bruine beren hebben krachtige poten met lange klauwen die ze niet kunnen intrekken. Ze kunnen hiermee makkelijk wortels en knollen uit de grond halen en in bomen klimmen. Ook vis lusten ze graag. Met een krachtige beet, of een rake klap met hun voorpoot halen ze de vis uit het water. Ze gaan vaak op hun achterpoten steen of klimmen ze bomen om de omgeving naar voedsel te zoeken of naar gevaar te kijken.
Bruine beren gaan ongeveer 5 tot 7 maanden in winterrust. Het is geen echte winterslaap, want de temperatuur van het lichaam daalt niet. Voor hun winterrust trekken ze zich terug in een zelf gegraven hol en teren op hun vetreserves.